Patiënten met chronische Q-koorts hebben een relatief grote kans op ernstige complicaties, blijkt uit de eerste analyses uitgevoerd in de nationale Q-koorts database.
Volgens de onderzoekers krijgt ongeveer zestig procent van de mensen met bewezen chronische Q-koorts vroeg of laat te maken met ernstige klachten, die hun kwaliteit van leven kan aantasten. “Dan heb je het over complicaties als fistels in de bloedvaten in de buik, buikabcessen, ontsteking van de aorta of een lekkende hartklep”, zegt internist-infectioloog dr. Jan Jelrik Oosterheert van het UMC Utrecht.
Volgens Oosterheert is er voor mensen met chronische Q-koorts echter geen reden voor paniek. Oosterheert: “Het is niet zo dat deze patiënten acuut gevaar lopen. Maar hun gezondheid is wel aantoonbaar minder. Er is een kans dat zij eerder overlijden dan zonder chronische Q-koorts het geval was geweest, bijvoorbeeld door hartfalen.”
Nationale database
In de nationale Q-koorts database, die wordt beheerd door het UMC Utrecht in samenwerking met Radboudumc en het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch, zijn op anonieme basis de gegevens van 444 patiënten met de chronische vorm van de ziekte opgenomen. Zij zijn gesplitst in drie groepen: bewezen (253 patiënten), waarschijnlijk (74) of mogelijk (117) chronische Q-koorts. De patiënten met ernstige complicaties zitten in de eerste twee categorieën.
Een deel van hen is al overleden. Vorig jaar werd bekend dat chronische Q-koorts tot op dat moment 65 dodelijke slachtoffers had geëist. Daarnaast waren nog eens negen mensen overleden aan acute Q-koorts, wat het totaal op 74 brengt. Volgens de onderzoekers van de database is Q-koorts met afstand de zoönose (ziekte overdraagbaar van dier op mens) met de meeste impact op patiënten in de recente Nederlandse geschiedenis.
Meer bekendheid
De nieuwe resultaten zullen zeker bijdragen aan een grotere bekendheid met Q-koorts en de gevolgen ervan. De onderzoekers hopen dat hun werk ook de kennis onder het algemene publiek over zoönosen (infectieziekten die van dier op mens kunnen worden overgedragen) zal vergroten. Oosterheert: “Bij een uitbraak van zoönose zaten artsen, dierenartsen en de overheid voorheen ieder op hun eigen eiland. Door de Q-koorts is dat wel veranderd, de drempels om elkaar op te zoeken zijn lager geworden en de infrastructuur ten aanzien van onderzoek en patiëntenzorg is beter.”
Q-koorts uitbraak
Q-koorts wordt veroorzaakt door infectie met de bacterie Coxiella burnetii. De uitbraak in Nederland – Q-koorts verspreidde zich vanaf 2007 tot 2010 via een geitenboerderij in Herpen (Noord-Brabant) door heel het land – was wereldwijd de grootste ooit. Q-koorts blijft her en der ook op andere plekken in de wereld de kop op steken.