Elke patiënt moet het hulpmiddel krijgen dat het beste past bij zijn of haar persoonlijke situatie. Dus vraaggericht waarbij kwaliteit en maatwerk voorop staan; “eenvoudig waar het kan, specifiek waar het nodig is”. Dat is de uitkomst van het bestuurlijk overleg hulpmiddelen tussen patiënten, zorgverleners, apothekers, medisch speciaalzaken, zorgverzekeraars, overheid en fabrikanten. Aanleiding voor het overleg waren signalen dat er te weinig sprake was van maatwerk en teveel eenheidsworst bij het verstrekken van hulpmiddelen. Dit speelde voornamelijk met betrekking tot diabetes-, continentie- en stomahulpmiddelen.
Goede zorg
Er ligt nu een Generiek Kwaliteitskader Hulpmiddelenzorg met een beschrijving van goede hulpmiddelenzorg met drie aparte modules voor stoma-, continentie- en diabeteshulpmiddelen. Hierdoor wordt voor iedereen inzichtelijk wat goede hulpmiddelenzorg is. Kern hierbij is dat het hulpmiddel moet passen bij de behoeften van de patiënt. Naast de fysieke beperking moet ook rekening gehouden worden met iemands dagelijks leven, zoals werk, sport en andere activiteiten. Zo zal iemand met twee kinderen en een lichamelijk zware baan andere eisen en wensen hebben dan iemand die minder actief is. Minister Schippers: “het functioneren van de patiënt staat nu centraal en dat is ook ieders uitgangspunt. Patiënten moeten een passend hulpmiddel krijgen met voldoende keuzemogelijkheden”.
Verdere uitwerking
De modules en het Generiek Kwaliteitskader Hulpmiddelenzorg worden aangeboden voor opname in het Register van Zorginstituut Nederland. Dit openbare register geeft aan wat zorgaanbieders, cliënten en zorgverzekeraars hebben afgesproken over wat goede en verantwoorde zorg is. Zorgverzekeraars zullen daar bij de inkoop gebruik van maken en patiënten kunnen hun zorgverzekeraar hierop ook aanspreken.