Apothekersassistenten zijn dagelijks veel tijd kwijt met het beantwoorden van vragen van patiënten over de kosten van medicijnen, vergoedingenkwesties en apotheektarieven. Exact die onderwerpen waar de apotheek niet over gaat maar die wél leiden tot negatieve discussies en soms zelfs agressie. Uitleg door apothekersassistenten over het medicijngebruik, het geven van voorlichting en advies raakt hierdoor in de verdrukking. Een zorgelijke ontwikkeling, vindt Beroepsvereniging Optima Farma.
‘Wat kost mijn medicijn precies?’ ‘Waarom is het eerste medicijngebruik duurder?’ ‘Kan ik niet alleen het doosje krijgen, zonder al die voorlichting?’ ‘Mijn medicijn ziet er anders uit dan ik gewend ben. Waarom geven jullie me niet mijn vertrouwde middel?’ Dat zijn vragen die patiënten dagelijks in de apotheek stellen.
Optima Farma-voorzitter José van Engelen: ‘Het zijn allemaal hele begrijpelijke en terechte vragen, die apothekersassistenten zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. Maar de materie is complex en lastig uit te leggen. Zeker in een drukke apotheek. Het is ook nog eens enorm ondankbaar. Want patiënten zijn vaak teleurgesteld over de regelgeving en kijken ons erop aan. We fungeren nu dagelijks als Kop van Jut en dat is demotiverend. Ontevreden patiënten staan bovendien nauwelijks meer open voor de uitleg die we willen en moeten geven over hun medicijnen, zoals bijwerkingen of de juiste manier van innemen.’ Terwijl dat juist de zaken zijn die er toe doen.
Begrijpelijke regelgeving
Optima Farma doet een dringend beroep op overheid, politiek en zorgverzekeraars om te zorgen voor duidelijke regelgeving, begrijpelijke medicijnkosten en goede informatie richting het publiek. De beroepsvereniging vraagt om wat meer coulance richting de apothekersassistenten. Van Engelen: “Stel ons gerust uw vragen over de werking van uw medicijnen of het gebruik ervan. We helpen u graag! En als wij het niet weten, is er altijd de apotheker die u te woord kan staan. Stel uw vragen over geldkwesties en regelgeving aan uw zorgverzekeraar of de overheid.”