Vorige week bleek uit onderzoek dat de kans op ALS voor rugbyprofessionals vijftien keer zo groot is vergeleken met niet-rugbyers. Gisteren viel Van Wolfswinkel na een bal in zijn gezicht achterover op het voetbalveld. Hij kon na een check gelukkig doorspelen.
Sporters worden met regelmaat geraakt aan hun hoofd. En het blijkt uit onderzoek dat dit op de langere termijn vergaande gevolgen kan hebben. Adequaat handelen op het sportveld is dus erg belangrijk. In geval van onzekerheid over hersenletsel is het advies dat een speler zo snel mogelijk gewisseld wordt om verder letsel te voorkomen, ook als er geen duidelijk letsel zichtbaar is.
Als een hersenschudding niet goed wordt behandeld, kun je later problemen krijgen. Denk bijvoorbeeld aan vermoeidheid, hoofdpijn en depressie, maar mogelijk dus ook ALS. Het is daarom belangrijk om hersenletsel zoals een hersenschudding op tijd te herkennen en te behandelen.
Drie handelingen zijn bij een hersenschudding erg belangrijk:
Herken : het herkennen van de symptomen van een hersenschudding.
Vertel : het informeren van de medische of technische staf.
Van het veld af : een speler met een (vermoedelijke) hersenschudding kun je het beste van het veld afhalen.
Tijdens een huisartsconsult kunnen artsen en patiënten elkaar onderbreken. Die onderbrekingen worden vaak gezien als opdringerige handelingen van (mannelijke) artsen die de patiënt belemmeren. Taalwetenschapper Ilona Plug ontdekte dat onderbrekingen juist goed kunnen zijn voor het verloop van het consult.
In de medische wereld worden onderbrekingen door de arts in een consult vaak beschouwd als opdringerige handelingen die de patiënt belemmeren: die heeft minder ruimte om zorgen en klachten te delen. Daarnaast worden onderbrekingen geassocieerd met mannelijke dominantie: een mannelijke arts zou een vrouwelijke patiënt vaker onderbreken dan een mannelijke.
Voor die aannames ontbrak vooralsnog een systematische, wetenschappelijk analyse van interacties in de klinische praktijk. Taalwetenschapper Ilona Plug en haar collega’s namen – in samenwerking met het Radboudumc – het onderbrekingsgedrag tijdens huisartsconsults onder de loep.
Type onderbreking Plug onderscheidt twee typen onderbrekingen: ondersteunende en niet-ondersteunende onderbrekingen. ‘Niet-ondersteunende- of opdringerige onderbrekingen zijn onderbrekingen die inbreken op je beurt’, legt de taalwetenschapper uit. ‘Iemand kan van onderwerp veranderen of het oneens zijn met de ander en tegen die persoon ingaan. Dat type onderbreking schaadt de inhoud en het verloop van het gesprek. Ondersteunende onderbrekingen doen juist recht aan het gesprek, doordat er bijvoorbeeld om opheldering wordt gevraagd of overeenstemming wordt getoond.’
Voor het onderzoek analyseerde Plug 84 video’s van gesprekken tussen huisartsen en patiënten. Ze codeerde het type onderbreking, de genderidentiteit van de arts en de patiënt en de fase van het gesprek waarin de onderbreking plaatsvond: de fase van probleempresentatie of die van het bespreken van de diagnose of het behandelplan.
Resultaten Uit het onderzoek van Plug en collega’s blijkt dat 83 procent van de onderbrekingen ondersteunend was. Niet-ondersteunende onderbrekingen werden het vaakst gedaan door patiënten en vooral in de fase van de probleempresentatie. ‘Dat beschouwen we als de fase van de patiënt. De artsen onderbraken de patiënten vooral ondersteunend, om begrip en steun te betuigen of om hen om verduidelijking te vragen. De ondersteunende onderbrekingen van artsen in de beginfase van het consult kunnen de kwaliteit van de communicatie eerder verbeteren dan belemmeren.’
Ook bleek uit de resultaten dat mannelijke artsen hun patiënt vaker niet-ondersteunend onderbreken dan vrouwelijke artsen, maar in de groep van de patiënten onderbraken de vrouwen juist vaker niet-ondersteunend, bijvoorbeeld om onenigheid te tonen of van onderwerp te veranderen. ‘Dit zou kunnen impliceren dat vrouwelijke patiënten zich krachtig voelen tijdens het medische consult, óf juist dat ze zich minder gehoord of begrepen voelen dan mannelijke patiënten’, zegt Plug.
Plug: ‘Met deze data kunnen we niet uitsluiten dat andere factoren ook een rol spelen in medische interacties, zoals opleidingsniveau, status, ernst van de klachten of de ervaring van de arts. We weten ook niet hoe de onderbrekingen werden ervaren door de huisartsen en de patiënten. Dat zou toekomstig onderzoek kunnen uitwijzen.’
Trendwatcher Adjiedj Bakas verwacht dat het beoogde Integraal Zorgakkoord pas gaat werken als er additionele maatregelen komen. “De vele deeltijdwerkers in de zorg kunnen en willen best langer werken, waardoor veel vacatures vervuld kunnen worden en de werkdruk kan dalen, maar dat is nu fiscaal totaal onaantrekkelijk. Dit belangrijke pijnpunt mis ik nu nog in het Akkoord. Maar dat moet echt met spoed geregeld worden!” Bakas pleit in zijn nieuwste boek De Toekomst van Zorg ook voor de inzet van gezichtsherkenningssoftware om de administratiedruk in de zorg te verlagen. Huisartsen, verpleegkundigen en andere zorgmedewerkers zijn nu 25-35% van hun tijd kwijt aan zorgadministratie. Dat gaat ten koste van hun werkplezier, motivatie, efficiëntie en service aan patiënten. Je wordt geen arts omdat je al die administratie zo fijn vindt. Van een land als Singapore kunnen we leren hoe we de administratiedruk kunnen verminderen met slimme ICT. “
Bakas pleit in zijn nieuwe boek ook voor doe-het-zelf-euthanasie, naar een Zwitsers idee. “Veel mensen willen gewoon geen zorg meer, ze willen niet vervuild en hulpbehoevend door het leven. Maak euthanasie voor die mensen makkelijker. Mensen die euthanasie willen in Zwitserland kunnen dit binnenkort doen met een nieuwe methode: ze kunnen plaatsnemen in de Sarco, een 3-D geprinte capsule die pijnloos iemands leven in een paar minuten kan beëindigen. Dan word je wakker in de Hemel, zonder vervuilde luiers, pijn en andere narigheid. We moeten dit in ons land snel mogelijk gaan maken. Dat is win-win-win voor de patiënt, diens naasten en het ontlast de zorg. Waar wachten we nog op? Volgens de Zwitserse wetgeving kan dit nu al.”
Bakas, die zelf in 2017 door twee hersenbloedingen werd getroffen en wiens echtgenoot longkanker heeft, is niet alleen als trendwatcher, maar ook als ervaringsdeskundige een insider in de zorg. “Ik wil te zijner tijd zelf dolgraag in een Sarco plaatsnemen.”
Bakas pleit ook voor deprofessionalisering van zorg. “Veel verzorgings- en verplegingswerk kan best door leken worden verricht, die worden gecoacht door een virtuele verpleegkundige. In Suriname gebeurt dit al. We hebben echt niet overal zorgprofessionals voor nodig. De over-professionalisering in de zorg moet beëindigd worden. Zieke mensen hebben vaak vooral behoefte aan een iemand die lief voor ze is, ze een aai over de bol geeft of een schouderklopje. Onze verzorgster helpt ons hier thuis met van alles dat wij als chronisch zieken nodig hebben, zonder diploma’s. Dat gaat prima.”
Hij besluit: “Mensen zijn zoogdieren, en de zorg voor elkaar is bij zoogdieren een ingeboren kwaliteit. Zoogdieren zijn zorgdieren. Daarbij komt nog eens dat de mensen die in de zorg werken dat bijna altijd doen vanuit een innerlijke drijfveer en passie. Ze willen anderen verzorgen, bijstaan en als het even kan beter maken. Die ziel in de zorg mag de afgelopen jaren dan wat in de verdrukking zijn gekomen, bijvoorbeeld door de protocollering en administratiedruk waar zorgverleners mee te maken kregen, maar zodra er weer met patiënten gewerkt kan worden, glanst die ziel weer als tevoren. Regels en protocollen zijn nodig om kwaliteit te waarborgen en veiligheid te garanderen. Technologie is nodig om efficiënter te werken en onze menselijke beperkingen te overstijgen. Maar zonder de mens raakt de zorg haar ziel kwijt, dus we zullen een evenwicht moeten zien te vinden tussen de krachten van regulering, technologisering, financialisering en humanisering”.
Bakas schreef zijn boek op basis van onderzoeken en interviews met insiders en outsiders in de zorg. Hij geldt als ’visionair des vaderlands’ ( Telegraaf), ‘trendwatcher des vaderlands’ (NRC Handelsblad), ‘vooruitblikkoning’ (Volkskrant) Hij is een veelgevraagd spreker in de zorg en verkocht al meer dan 1 miljoen boeken.