Video: Hartstichting reikt 1400 AED-buitenkasten uit

Afbeeldingsresultaat voor AEDDe Hartstichting gaat de komende maanden 1400 AED-buitenkasten verspreiden onder sportlocaties, bibliotheken, theaters, gezondheidscentra en andere druk bezochte plekken in Nederland. Donderdag werd de eerste AED-buitenkast uitgereikt aan OMNI sportvereniging VELO in Wateringen. Het project is gefinancierd door de VriendenLoterij.

Slechts een klein deel van de AED’s in Nederland is 24/7 toegankelijk én geregistreerd bij het oproepsysteem. Dankzij de AED-buitenkasten krijgen burgerhulpverleners in geval van nood direct toegang tot een AED, wat de kans op overleving van het slachtoffer vergroot.

Jaarlijks worden circa 16.000 mensen buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand. Reanimatie door omstanders en de inzet van een AED binnen 6 minuten vergroot de kans op overleving aanzienlijk. Nederland telt naar schatting 100.000 AED’s. Volgens de Hartstichting hangen veel AED’s binnen, waardoor ze slechts een beperkt deel van de dag te gebruiken zijn. Daarnaast staan er op dit moment slechts 10.000 AED’s geregistreerd bij een van de oproepsystemen (HartslagNu en Hartveilig Wonen).

St. Antonius gaat eiwitverrijkt eten en drinken thuisbezorgen bij oudere hartpatiënten

Hoe doorstaan oudere hartpatiënten hun operatie wanneer ze in de voorafgaande weken thuis al eiwitverrijkt brood, fruitsap, soep, zuivel en koekjes eten? Het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht/Nieuwegein wil antwoord op die vraag. Op basis van onderzoek van Wageningen Universiteit is bekend dat mensen die de betreffende verrijkte producten frequent gebruiken dagelijks anderhalf keer meer aan eiwitten binnenkrijgen, zónder meer te eten. Oudere mensen hebben meer eiwitten nodig om in een goede, gezonde voedingstoestand te blijven. Dat geldt des te meer wanneer ze -bijvoorbeeld door ziekte- ondervoed zijn of moeten aansterken.

Verder wetenschappelijk onderzoek moet nu uitwijzen wat het effect is als oudere patiënten die een hartklepbehandeling moeten ondergaan voorafgaand aan de operatie twee weken lang eiwitverrijkte producten consumeren. Vergroot het dagelijks gebruik van deze producten hun overlevingskans en herstellen ze sneller na de ingreep? Is hun kwaliteit van leven naderhand ook beter? Liggen ze minder lang in het ziekenhuis en hoeven ze minder vaak terug te komen? Doel is om op basis van gemeten zorguitkomsten (de relevante resultaten voor de patiënt) de zorg beter en doelmatiger te maken. Hierbij wordt primair gekeken naar de nationaal vastgestelde uitkomstindicatoren van Meetbaar Beter.

Eén op de acht 75-plussers heeft hartklepprobleem

Een op de acht mensen van 75 jaar en ouder heeft last van hartklepproblemen. Vaak is die klep vernauwd of ‘lek’. Bij ernstige problematiek wordt de klep vervangen. Dat kan tot op hoge leeftijd, maar zoals bij zo veel aandoeningen geldt ook hier dat de uitkomsten bij de oudere patiëntencategorieën minder goed zijn dan bij de jongere. Oudere patiënten liggen langer in het ziekenhuis, hebben eerder last van complicaties en komen vaker terug voor een heropname. Ondervoeding heeft daarbij een negatieve impact op de behandelresultaten, blijkt uit diverse studies. Wat niet meehelpt, is het feit dat de eiwitbehoefte bij het ouder worden toeneemt, terwijl de eetlust bij veel senioren juist vermindert. Meer eten per dag lijkt daarom geen optie. Door alledaagse producten te verrijken met eiwit, hoeven de deelnemers aan het onderzoek niet extra veel te eten om meer eiwitten binnen te krijgen.

Samenwerking

Bij het meerjarige onderzoek onder honderden patiënten werkt het St. Antonius Ziekenhuis samen met onderzoeksinstituut IQ Healthcare, Carezzo Nutrition (producent van eiwitverrijkte producten) en maaltijdleverancier Maaltijdservice.nl. Onderzoekster Nina Zipfel van het St. Antonius hoopt op de studie te promoveren. Ze werkt daarbij volgens de principes van value-based health care (VBHC), een methode die recent nog door demissionair minister van VWS Edith Schippers werd genoemd in haar brief aan de Tweede Kamer over uitkomsttransparantie. Zipfels onderzoek is een van de eerste in Nederland waarbij op wetenschappelijke basis wordt nagegaan hoe je uitkomstindicatoren kunt gebruiken om de gezondheid en het welzijn van patiënten te verbeteren. Door de resultaten met de resultaten van andere aan Meetbaar Beter deelnemende centra te vergelijken zal worden vastgesteld of de voeding effect heeft. Het St. Antonius zal jaarlijks ongeveer 200 patiënten met hartklepproblemen vragen om het innovatieve onderzoek mee te doen. Ze worden zowel voor, tijdens als ook na de ziekenhuisopname gemonitord. Het St. Antonius geeft hiermee invulling aan een bredere verantwoordelijkheid voor kwaliteit van zorg dan alleen tijdens de ziekenhuisopname.

35-plussers onderschatten slagaderverkalking en daarmee risico op een hartinfarct

Hartinfarct man zwarte blouse grijpt naar hartRuim 70% van de 35-plussers denkt ten onrechte dat slagaderverkalking, de belangrijkste oorzaak van een hartinfarct, te genezen is. Ook staat 38% van hen niet bewust stil bij de conditie van hun hart en vaten.

Slagaderverkalking is een langzaam, onzichtbaar en vooralsnog onomkeerbaar proces in de bloedvaten dat ervoor zorgt dat de slagaders steeds verder vernauwen. Vrijwel niemand weet dat slagaderverkalking al in de jeugd begint. Dit blijkt uit onderzoek van GfK in opdracht van de Hartstichting onder ruim 1.000 mensen van 35 jaar en ouder.

Volgens de Hartstichting kan het aantal slachtoffers worden teruggedrongen als mensen zich bewuster worden van de risicofactoren. Daarnaast is het urgent dat we hart- en vaatproblemen eerder opsporen, zodat de groei van het aantal patiënten een halt kan worden toegeroepen.

Onderzoek GfK: 70% van de 35-plussers denkt ten onrechte dat belangrijkste oorzaak hartinfarct te genezen is.

Het merendeel van de 35-plussers (70%) realiseert zich dat de conditie van bloedvaten achteruit kan gaan. Toch staat 38% van hen niet (bewust) stil bij de gezondheid van hun hart en bloedvaten, voornamelijk omdat ‘er geen klachten zijn’. 16% is zich hier wel bewust van, maar leeft niet extra gezond terwijl het grootste deel wél een verhoogd risico loopt door overgewicht, hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol en/of roken.

De meerderheid van de respondenten (64%) denkt dat slagaderverkalking na het 40e levensjaar ontstaat, terwijl dit verouderingsproces in de vaten al in de jeugd begint. Opvallend is dat slechts 16% weet dat slagaderverkalking niet te genezen is. Het beeld heerst dat deze ziekte eenvoudig op te lossen is, bijvoorbeeld met een operatie of medicijnen, terwijl de conditie van de vaten steeds verder verslechtert.

Floris Italianer, directeur Hartstichting: “Een hartinfarct slaat in veel gevallen onverwachts toe. Ongeveer de helft van de mensen die plotseling een hartinfarct krijgt, had vooraf géén duidelijke klachten. We kunnen het aantal slachtoffers terugdringen als mensen zich bewust zijn van de risicofactoren. Je kunt jaarlijks je bloeddruk en cholesterol meten. Ga na of hart- en vaatziekten in de familie voorkomen. Daarnaast is het noodzakelijk dat artsen het risico op een hartinfarct eerder kunnen opsporen, zeker met het oog op de groei van het aantal hart- en vaatpatiënten. Signaalstoffen, stofjes in het bloed die een verhoogd risico op vaatproblemen in een vroeg stadium kunnen aantonen, vormen daarbij de sleutel.”

Slagaderverkalking: vooralsnog onomkeerbaar en ongeneeslijk

Slagaderverkalking is de voornaamste oorzaak van een hartinfarct en een beroerte. Het is een langzaam, ingewikkeld en vooralsnog onomkeerbaar proces in de bloedvaatwand, dat ervoor zorgt dat de slagaders steeds nauwer worden en dichtslibben. Jaarlijks worden circa 30.000 mensen getroffen door een hartinfarct en 46.000 door een beroerte.

Signaalstoffen

Om een verhoogd risico op hart- en vaatziekten in een vroeg stadium op te sporen, zoekt de Hartstichting met wetenschappers naar signaalstoffen in het bloed. Voorbeelden van deze signaalstoffen zijn DNA en eiwitten, die cruciale informatie kunnen geven over hoe gevaarlijk de slagaderverkalking in iemands bloedvaten is. Door te meten welke stoffen actief of veranderd zijn, krijgen artsen veel informatie over wat er gaande is in het bloed en de bloedvaten. Met meer kennis van deze signaalstoffen kunnen artsen het risico op een hartinfarct of beroerte in de toekomst veel beter en op een laagdrempelige manier inschatten. Zo kunnen mensen op tijd een behandeling krijgen, hun leefstijl aanpassen of medicijnen slikken.

Eerder opsporen topprioriteit

Het eerder herkennen en opsporen van hart- en vaatziekten is een van de topprioriteiten van de Hartstichting en onderdeel van onze Onderzoeksagenda. Deze is in 2014 opgesteld samen met wetenschappers, zorgverleners, patiënten, vrijwilligers, donateurs en het Nederlandse publiek. Onderzoek richt zich op drie thema’s: meer kennis van klachten, het ontwikkelen van nieuwe manieren om families met een erfelijke aanleg op te sporen en het ontwikkelen van nieuwe tests voor diagnose.