Mogelijk nieuwe therapie voor depressie na jeugdtrauma

Wie een jeugdtrauma doormaakt, heeft een grotere kans op depressies op latere leeftijd. Veranderingen van ons erfelijk materiaal (het DNA) als gevolg van een jeugdtrauma, blijken daar mee te maken te hebben. Het UMC Utrecht Hersencentrum start een onderzoek om te kijken of dit proces met behulp van een voedingssupplement ook voordelig benut kan worden. Als dat lukt, is dat mogelijk een nieuwe therapie tegen depressies na een jeugdtrauma, ook op latere leeftijd.

“Eigenlijk gaat het erom dat onze veerkracht bepaald wordt door hoe we ons DNA gebruiken. Als die veerkracht is beschadigd, krijgen aandoeningen als een depressie meer kans. Die veerkracht proberen wij te herstellen”, stelt psychiater Marco Boks. Dit is – afgezien van onderzoek naar kanker – de eerste studie ter wereld waarbij het stimuleren van DNA-aanpassingen wordt ingezet voor behandeling.

Hevige stress in de kindertijd leidt tot moleculaire veranderingen in het DNA. Bij dit biologische proces, epigenetica genoemd, verandert de DNA-activiteit door omgevingsinvloeden, zoals nare ervaringen in de jeugd. Bij de meeste mensen past het DNA zich aan een jeugdtrauma aan. ”We ontdekten dat bij mensen die depressies of post traumatische stress kregen deze aanpassingen niet plaatsvonden. Dit gebrek aan aanpassing in het DNA oefent levenslang invloed uit.  De genen die zo belangrijk zijn voor onze veerkracht zijn dan eigenlijk ‘uitgezet’. Wij proberen ze met behulp van voedingssupplementen op dezelfde manier weer aan de praat te krijgen zoals veel mensen dat automatisch doen.”

Waar door deze veranderingen in eerste instantie de betreffende genen  zijn ‘uitgezet’, kan dit proces ook omgedraaid worden en genen weer ‘aanzetten’. In het onderzoek, waarvoor Boks onlangs subsidie heeft gekregen van ZonMw en de Hersenstichting, krijgen patiënten het voedingssupplement S-adenosylmethionine (SAMe) toegediend in combinatie met een wekelijkse therapie voor trauma (EMDR). Het voedingssupplement bevat essentiële lichaamseigen co-enzymen. Juist de combinatie van de trauma-therapie met voedingssupplementen moet ervoor zorgen dat de gezonde reactie op jeugdtrauma alsnog kan plaatsvinden. Hierdoor wordt de veerkracht als het ware weer hersteld.

In een studie op cellen in een reageerbuis leidde deze methode tot goede resultaten. Aan het onderzoek gaan 100 mensen deelnemen. Zij krijgen allemaal de trauma-therapie en vijftig van hen krijgen daarnaast het voedingssupplement. De overige 50 krijgen een placebo. De onderzoekers verwachten de eerste resultaten in 2020 te kunnen delen.

Voor patiënten die hun hele leven kampen met een overgevoeligheid voor psychiatrische aandoeningen zou zo’n nieuwe therapie een uitkomst zijn. Een gebruikersgroep – met vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen – denkt mee over de inhoud en opzet van het onderzoek en is betrokken bij de uitvoering ervan. De 35-jarige Marjolein, die twee keer een depressie heeft gehad, is een van de groepsleden: “De invloed van mijn jeugd op mijn klachten was voor mij kraakhelder. Deze nieuwe methode pakt niet de symptomen maar de oorzaak aan. Ik hoop op positieve resultaten van dit onderzoek. Dan kan ik de effecten van ervaringen in mijn jeugd eindelijk echt achter me laten.”

Schippers wil daling aantal mensen met depressie van 30 procent

Minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tekent een deal met 19 partijen om het aantal mensen met depressie fors terug te dringen. Alle partijen werken mee aan een meerjarenprogramma depressiepreventie dat minimaal vijf jaar zal lopen. Doelstelling is een forse afname van mensen met depressie in 2030 met 30 procent.

Minister Schippers: “Een depressie werkt echt diep door in je leven. Het is belangrijk dat we meer weten, eerder signaleren en het taboe doorbreken. Zodat mensen eerder hulp vragen en krijgen. Met tijdige hulp kan je zelfs voorkomen dat iemand echt in een depressie raakt. Samenwerking is dan ook cruciaal om deze ambitieuze doelstelling te halen. Ik ben heel blij dat zoveel partijen er de schouders onder willen zetten”.

Hoog risico

Het meerjarenprogramma richt zich op zes groepen mensen met een hoog risico op het ontwikkelen van depressie. Dat zijn: jongeren, jonge vrouwen, huisartsenpatiënten, werknemers met een stressvol beroep, chronisch zieken en mantelzorgers. Inzet is het vergroten van het bewustzijn, zowel bij de mensen die het aangaat als hun omgeving. Beter bereiken van hoogrisicogroepen. Beter verwijzen naar de juiste zorg en die ook goed toepassen en samenwerking tussen verschillende zorgverleners.

Beroepsgroepen, brancheorganisaties en kennisinstellingen maken de komende jaren afspraken over een sluitende aanpak en ondersteuning dichtbij mensen: op school, in de zorg, in de wijk of op het werk. Zo is er bijvoorbeeld al een e-learning module depressiepreventie voor huisartsen, Jeugdgezondheidszorg, Centra voor Jeugd en Gezin, verloskundigen en kraamzorg, zodat zij depressieve klachten op tijd herkennen.

Taboe doorbreken

In het meerjarenprogramma staat ieder jaar een andere groep centraal met een hoog risico. In 2017 zijn dat jongeren en jonge vrouwen. De jaren daarna komen andere groepen aan bod. Afgelopen najaar startte Schippers al een publiekscampagne over depressie gericht op het herkennen van signalen, het vergroten van kennis en het doorbreken van het taboe.

Tijd voor andere visie op burn-out en depressie

man met stressDe gangbare visie op burn-out en depressie moet op de schop. In de meeste gevallen zijn het geen ziekten die te bestrijden zijn met medicijnen. Dat schrijft prof. Witte Hoogendijk, afdelingshoofd Psychiatrie van het Erasmus MC, in zijn nieuwe boek ‘Van Big Bang tot Burn-out’.

Specialist
Hoogendijk, die het boek schreef samen met journalist Wilma de Rek, geldt als specialist op het gebied van veranderingen in de hersenen bij depressieve mensen. Hij promoveerde op dit onderwerp bij prof. Dick Swaab.

Stressoren
Een op de acht werknemers kampt met een burn-out. Een miljoen mensen gaat jaarlijks door een depressie. Volgens Hoogendijk is dit vooral het gevolg van de achtergebleven ontwikkeling van ons stresssysteem. We hebben te maken met een explosieve toename van stressoren: situaties en ervaringen die stress veroorzaken. De psychiater spreekt daarnaast van opgefokte ideaalbeelden waaraan we willen voldoen en haalt ook een ongezonde relatie met de farmaceutische industrie aan.

Stressvis
In ‘Van Big Bang tot Burn-out’ beschrijft Hoogendijk de geschiedenis van stress, vanaf de oerknal tot heden. Het systeem in ons lichaam om stresssituaties het hoofd te bieden, stamt uit een tijd voordat er leven op het land was. Het was en is nog steeds niet berekend op de hoeveelheid stressoren die dagelijks op ons afkomen. De moderne mens is als ‘een vis in de stress’.

Stellingen
In het boek staan prikkelende stellingen: Waarom stress de motor achter de evolutie is en wij zonder stress niet zouden bestaan. Waarom ons stresssysteem zo lang uitstekend tegen stressoren opgewassen was, maar nu in zijn voegen kraakt. Waarom we vol zitten met rommel van vroeger en je best kunt stellen dat we opgelapte oude auto’s zijn.

Stress te lijf
Hoogendijk geeft uitleg over waar stress toe leidt en wat ertegen geslikt wordt. En uiteindelijk ook hoe mensen de stress te lijf kunnen gaan: door het brein meer rust te gunnen en het lijf wat minder. Compleet met frisse aanwijzingen: ‘Zoek de natuur op, zorg dat je geregeld beweegt, gooi smartphone en laptop de deur uit en besteed je tijd en aandacht aan je vier of vijf echte vrienden in plaats van aan de honderden knakkers die je dagelijks via Facebook bestoken met onnozel commentaar op niks.’

Toekomst
Maar het is niet alleen rust die soelaas biedt. Hoogendijk pleit ervoor de natuurlijke kunstmatigheid van de mens te omarmen en gebruik te maken van (bio)technologie. Nieuwe technieken, zoals sequencen van het genoom en imaging, waarmee we misschien in de toekomst online in het eigen brein kunnen kijken.

‘Van Big Bang tot Burn-out, het grote verhaal over stress’ is vanaf 8 februari verkrijgbaar als uitgave van Uitgeverij Balans.