Nieuwe aanpak verzuim bij psychische klachten: 63 dagen eerder werken

De Psyon Verzuimanalyse (PVA) is de eerste diagnostische interventie in Nederland waarvan het effect wetenschappelijk is bewezen. Onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Groningen hebben van 2013 tot 2015 onderzoek hiernaar gedaan. De verzuimanalyse maakt in een vroeg stadium onderscheid of het verzuim een medische of een niet-medische oorzaak heeft. Een medische oorzaak is bijvoorbeeld een depressie. Een niet-medische oorzaak is een normale reactie op privéproblemen, zoals bijvoorbeeld een scheiding of een arbeidsconflict. Door eerst dit onderscheid te maken, kan het behandeltraject gerichter worden gekozen. Hierdoor gaan werknemers gemiddeld 63 dagen eerder weer aan het werk.

Verzuimanalyse direct na ziekmelding door psychische klachten
In het onderzoek is de interventie structureel uitgevoerd voordat de behandeling van de psychische klachten of psychosociale problematiek werd gestart. Door deze onafhankelijke analyse was het mogelijk om het behandeltraject beter af te stemmen op de klacht, waardoor onnodige behandeltrajecten zijn voorkomen. Deze effectievere aanpak leidt tot de verkorting van de verzuimduur met gemiddeld 63 dagen.

Werkgever krijgt meer controle over het verzuimproces
De Psyon Verzuimanalyse is niet vrijblijvend, maar dient als uitgangspunt voor het beleid van de arbodienst of bedrijfsarts. Om deze reden ontvangt de bedrijfsarts ook een afschrift van de medische rapportage. Hierdoor heeft de werkgever na het uitvoeren van de Psyon Verzuimanalyse meteen al meer grip op het behandelingstraject en duidelijkheid over de verwachte verzuimduur.

Opbouw van de Psyon Verzuimanalyse
De analyse bestaat uit een onderzoek uitgevoerd door een psycholoog, een psychiater en een verzekeringsarts. Het onderzoek neemt voor de werknemer ongeveer 2 uur in beslag. Afhankelijk van de context worden de bevindingen weergegeven in een medische en een niet-medische werkgeversrapportage. De rapportage geeft antwoord op vragen naar:
– Oorzaak van het verzuim (medisch of niet medisch);
– Herstel-belemmerende factoren,
– Benutbare mogelijkheden en belastbaarheid;
– Behandel- en/of re-integratie-advies ;
– Prognose volledige werkhervatting.

Publicatie in het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde
De wetenschappelijke publicatie van het onderzoek naar de effectiviteit van de Psyon Verzuimanalyse is verschenen in de januari-uitgave van het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde. In het artikel wordt de opzet van het onderzoek door middel van een interventiegroep en een controlegroep uitgelegd. Voor meer informatie over het onderzoek wordt verwezen naar deze publicatie.

Nieuwe aanpak van verzuim door psychische klachten is ontwikkeld door Psyon
De Psyon Verzuimanalyse is ontwikkeld door Psyon. De marktleider in Nederland op het gebied van onafhankelijke diagnostiek en advisering. Psyon is gespecialiseerd in het beoordelen van verzuim en arbeidsongeschiktheid als gevolg van psychische klachten. In dat kader worden psychiatrische expertises verricht, zo nodig aangevuld met een neuropsychologisch onderzoek of een verzekeringsgeneeskundig oordeel. De opgedane ervaring en kennis in de afgelopen 10 jaar heeft geresulteerd in deze nieuwe aanpak.

Psyon onderscheidt zich door onafhankelijkheid. Het vaststellen van een diagnose of probleem vormt vaak het vertrekpunt voor een lucratief behandel of reïntegratie traject. Omdat Psyon geen behandelingen uitvoert, heeft Psyon echter geen belang bij een bepaalde uitkomst. Deze onafhankelijkheid blijkt ook uit de uiteenlopende opdrachtgevers. Deze variëren van UWV’s, verzekeringsartsen, bedrijfsartsen, werkgevers, advocaten en rechtbanken.

Schippers: onderzoek naar depressiviteit jonge vrouwen en tieners

Er komt specifiek onderzoek naar depressiviteit onder jonge vrouwen en tieners. Minister Edith Schippers (VWS) zei dit maandagavond toen zij in Amsterdam het allereerste Depressiegala opende. Ook wil zij dat er gericht onderzoek gedaan wordt naar hoe depressies vroeg kunnen worden gesignaleerd en daarmee beter te behandelen zijn. Verder kondigde Schippers aan dat er een publiekscampagne komt om de signalen van een depressie eerder en beter te herkennen.

Schippers maakte vanavond bekend in totaal € 10 miljoen uit te trekken voor een wetenschapsagenda, die aansluit bij de in november door de sector zelf opgestelde en gepresenteerde ‘Agenda voor gepast gebruik en transparantie’ in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Er gaat onderzoek gedaan worden naar preventie, vroegsignalering en zorg op maat in de ggz.

Op het Depressiegala stelde Schippers dat een aanzienlijk deel van het geld specifiek besteed moet worden aan onderzoek naar depressiviteit onder de risicogroepen jonge vrouwen en tieners. In dit onderzoek komen vragen aan de orde zoals hoe depressieve klachten eerder te herkennen zijn, zodat er sneller ingegrepen en daarmee ook erger voorkomen kan worden. Tieners krijgen soms op hun 15e al hun eerste depressie.

Daarnaast wil Schippers onderzoek naar ‘personalised mental health’, hierbij gaat het onder andere om de vraag hoe een depressie te voorspellen is. Er wordt dan gekeken naar de persoonskenmerken en in hoeverre die bepalend zijn of iemand vatbaar is voor een depressie. Een publiekscampagne moet ervoor gaan zorgen dat de signalen die op een depressie wijzen beter bekend worden. Dit moet ertoe leiden dat er in de samenleving meer begrip voor deze ziekte komt en dat naasten beter weten hoe ze moeten reageren en wat ze kunnen doen om iemand te helpen.

De volledige wetenschapsagenda, dat een programma wordt bij onderzoeksinstantie ZonMw, wordt naar verwachting over ongeveer een maand gepresenteerd.

In Nederland worden 1 op de 10 mannen en 1 op de 5 vrouwen op enig moment in hun leven getroffen door een depressie. Het verschil tussen mannen en vrouwen blijkt ook uit cijfers over het gebruik van antidepressiva: 4% van de mannen geeft aan deze te gebruiken, tegen 7,5% van de vrouwen. Depressiviteit is ook een van de belangrijkste veroorzakers van ziekteverzuim. De economische kosten (zorg en verlies van arbeidsproductiviteit) van depressies bedragen minimaal ca 1,5 miljard euro per jaar.

Schippers wil af van de schaamte voor een depressie of een burn out, en het gaat ook om meer dan de kosten: “Niemand hoeft zich te schamen voor een depressie, we schamen ons toch ook niet voor een hernia? Laten we ons er samen sterk voor maken dat we ook op de werkvloer of op school een depressie bespreekbaar maken en ons niet laten leiden door vooroordelen. Hoe sneller we erbij zijn, hoe beter het is te behandelen en hoe sneller mensen weer kunnen meedoen.”

Schippers is vol lof over de organisatoren van het Depressiegala: “Het is een belangrijk initiatief om taboes over depressiviteit te doorbreken, deze ziekte bespreekbaar te maken en geld op te halen voor meer onderzoek. De overheid zal daaraan extra bijdragen de komende jaren.”

Meer dan 1 miljoen Nederlanders had depressie

Acht procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder gaf in 2014 zelf aan een depressie te hebben of in het afgelopen jaar te hebben gehad. Dat komt overeen met ruim 1 miljoen mensen. Vrouwen gaven vaker aan een depressie te hebben dan mannen: 9 procent van de vrouwen tegenover 6 procent van de mannen.

Meeste depressies op middelbare leeftijd
Depressies lijken het vaakst voor te komen op middelbare leeftijd. Een op de tien 40- tot 50-jarigen geeft aan het afgelopen jaar depressief te zijn geweest. Na de ‘midlife’ periode geeft men minder vaak aan een depressie te hebben of te hebben gehad. Van de 65-plussers bijvoorbeeld gaf 6 procent aan het afgelopen jaar een depressie te hebben gehad. Kinderen van 12 tot 16 jaar zeggen niet vaak depressief te zijn: minder dan 1 procent van de jongeren binnen deze leeftijdsgroep kreeg ermee te maken.

Vrouwen en ouderen vaker aan de antidepressiva
Gemiddeld over alle leeftijden kregen vrouwen in 2013 bijna tweemaal zo vaak antidepressiva verstrekt als mannen: bijna 8 procent tegenover 4 procent. Ook neemt het aandeel personen dat antidepressiva verstrekt krijgt toe met de leeftijd. Ook al melden ouderen (vanaf 55 jaar) minder vaak een depressie, toch wordt aan hen niet minder vaak een antidepressivum verstrekt.

Vijf keer zo vaak depressief met alleen basisonderwijs
Van de Nederlanders van 25 jaar of ouder met minimaal een HBO-master zegt 3 procent het afgelopen jaar een depressie te hebben gehad. Van de mensen met alleen basisonderwijs is dat vijf keer zo veel. Ook krijgen laagopgeleiden vaker antidepressiva voorgeschreven.