Kabinet: bijna 6 miljoen euro voor lespakket over gezond eten

Het kabinet komt met een uitgebreid totaalpakket voor voedseleducatie waaruit scholen zelf eenvoudig een keuze kunnen maken om kinderen te leren wat goed en gezond eten is. Het gaat om nieuwe en bestaande activiteiten, zoals smaak- en kooklessen, groente en fruit in de klas, schooltuinen, bedrijfsbezoeken en voedingslessen die voortaan via één loket worden aangeboden. Met hulp van regionale makelaars kunnen scholen uit dit aanbod een pakket op maat samenstellen. De staatssecretarissen Van Dam (Economische Zaken) en Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) trekken hiervoor jaarlijks 5,7 miljoen euro uit.

Met de aanpak ‘Jong Leren Eten’, die vandaag werd gepresenteerd, wil het kabinet zoveel mogelijk kinderen voedsel laten proeven, ervaren en beleven. Dat verbetert de gezondheid van kinderen en hun leerprestaties. Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse kinderen nu onvoldoende gezond eten: minder dan 1% van hen eet de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid groente en minder dan 5% de aanbevolen twee stuks fruit per dag. Meer dan één op de tien kinderen tussen de 4 en 20 jaar heeft overgewicht. Bovendien weten veel kinderen niet waar hun eten vandaan komt, hoe het geproduceerd wordt, wat pure smaak is en hoe zij eten kunnen bereiden en bewaren.

Staatssecretaris Van Dam: “We willen het beste voor onze kinderen. Een goede start in het leven, met de beste kansen voor een mooie toekomst. Goed en gezond eten is daarvoor belangrijk. Eten kennen en herkennen, proeven, waarderen, weten waar het vandaan komt en hoe het tot stand komt, koken en klaarmaken. Ook hiervoor geldt: jong geleerd is oud gedaan.” Staatssecretaris Van Rijn: “Hoe mooi is het als kinderen straks het goede voorbeeld geven aan hun ouders? Kinderen leren op school hoe leuk en lekker gezond eten kan zijn en ouders kunnen meegenieten van zelfbereid eten en zelf verbouwde groenten die kinderen meenemen naar huis. Daar begint gezond opgroeien.”

Het kabinet wil het scholen zo makkelijk mogelijk maken om aandacht te besteden aan eten. Vanaf vandaag is er één loket waar scholen terecht kunnen voor voedseleducatie. Via de internetportal jonglereneten.nl kunnen scholen eenvoudig zien welk aanbod er zowel landelijk als in hun regio beschikbaar is en aangeven van welke mogelijkheden ze gebruik willen maken.  Ook wordt gebruik gemaakt van bestaande websites als gezondeschool.nl en groengelinkt.nl die al een groot bereik hebben in het onderwijs. Verder komt er een landelijk dekkend netwerk van adviseurs die de wensen van scholen gaan koppelen aan het aanbod. Deze makelaars, veelal afkomstig van GGD en Natuur- en Milieueducatie, gaan vanaf januari 2017 aan de slag.

Het aanbod waaruit scholen kunnen kiezen, wordt fors uitgebreid. Zo komen er meer smaaklessen en krijgen scholen voortaan ook de mogelijkheid om kooklessen aan te bieden. Verder stelt het kabinet  provinciale uitvoeringsbudgetten beschikbaar voor lokale en regionale activiteiten zoals boerderijeducatie, bedrijfsbezoeken en schooltuinen. Ook vraagt het kabinet het bedrijfsleven een bijdrage te leveren, bijvoorbeeld door excursies voor scholen mogelijk te maken via vouchers. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in landelijke onderwijsondersteuning via nascholingsvouchers voor docenten.

Met het programma Jong Leren Eten wordt het aanbod uitgebreid en tegelijkertijd voortgebouwd op de successen van Gezonde School, Duurzaam Door, Smaaklessen en EU-schoolfruit. De afgelopen jaren is een derde van alle scholen bereikt met het Gezonde School aanbod. Met Jong Leren Eten moet het aantal scholen met het vignet Gezonde School op het thema Voeding jaarlijks met 5% groeien. Daarnaast moet het percentage basisscholen dat smaaklessen aanbiedt omhoog van 60 naar 75%. Ook wordt erop ingezet het aantal scholen dat gebruik maakt van de schoolfruitregeling te verdubbelen (60 % van de basisscholen en 20% van het voortgezet onderwijs).

Door WHO bevestigd: gezond gewicht belangrijk voor kankerpreventie

Overgewicht en obesitas zijn belangrijke risicofactoren voor kanker. Nieuw grootschalig onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bevestigt eerdere conclusies van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds.

Donderdag werden de nieuwe bevindingen van de WHO gepubliceerd in de wetenschappelijke publicatie The New England Journal of Medicine. De WHO publiceert ook een nieuw handboek voor kankerpreventie gericht op gewicht en kanker.

Volgens de WHO verkleint een gezond gewicht de kans op onder andere darmkanker, borstkanker (bij vrouwen na de menopauze), alvleesklierkanker, eierstokkanker, baarmoederkanker en slokdarmkanker.

Voor het onderzoek heeft een werkgroep van 21 onafhankelijke internationale experts meer dan 1.000 studies over gewicht en kanker geanalyseerd.

Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds vindt het een goede zaak dat ook de WHO aandacht geeft aan de rol van lichaamsgewicht bij het ontstaan en voorkomen van kanker. Een belangrijk onderzoeksgebied waar het Wereld Kanker Onderzoek Fonds zich al jaren voor inzet.

Uit onderzoek van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds uit de afgelopen jaren is er telkens weer sterk bewijs naar voren gekomen dat het behouden van een gezond gewicht een van de belangrijkste maatregelen is voor het verkleinen van de kans op kanker.

Ons advies voor de preventie van kanker is om te zorgen voor een zo laag mogelijk gezond gewicht. Lees meer hierover op www.wkof.nl.

Nadia Ameyah, directeur Wereld Kanker Onderzoek Fonds: “Het is duidelijk: een gezond gewicht is van groot belang voor de preventie van kanker. Overgewicht is echter een zorgwekkend probleem. Kleine veranderingen in onze voeding en leefstijl kunnen al een groot verschil maken. We moeten allemaal, van individuen tot de overheid, in actie komen om overgewicht terug te dringen voor een wereld met minder kanker.”

Overgewicht ouders en kinderen gaat vaak samen

Overgewicht komt vaker voor bij kinderen van wie de ouders of verzorgers ook overgewicht hebben. Ook blijkt dat kinderen uit gezinnen met een laag inkomen vaker overgewicht hebben dan kinderen uit de hoogste inkomensgroep. Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van CBS en RIVM, waarbij ouders het gewicht en de lengte van zichzelf en van hun kinderen opgeven.

In 2015 had 12 procent van de kinderen in de basisschoolleeftijd (4 tot 12 jaar) overgewicht. Een derde hiervan, 4 procent van alle 4- tot 12-jarigen, had zelfs obesitas (ernstig overgewicht). Meisjes en jongens hebben even vaak overgewicht.

Kinderen van ouders met overgewicht vaker zelf ook overgewicht
Van kinderen van wie beide ouders of verzorgers overgewicht hebben, heeft 17 procent zelf ook overgewicht. Bij kinderen van wie beide ouders geen overgewicht hebben is dit bijna 6 procent. Hebben beide ouders overgewicht, en kampt tenminste een van de ouders met obesitas, dan hebben kinderen in bijna een kwart van de gevallen overgewicht.

Kinderen uit gezinnen met lage inkomens vaker overgewicht
Kinderen die opgroeien in een gezin in de laagste inkomensgroep kampen duidelijk vaker met overgewicht dan kinderen uit gezinnen in de hoogste inkomensgroep. Het verband tussen die twee is niet verder onderzocht. In de laagste inkomensgroep heeft bijna 1op de 5 kinderen overgewicht, in de hoogste inkomensgroep iets meer dan 1 op de 20.
Obesitas komt ook aanzienlijk vaker voor onder kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen.

Niet-westerse allochtone kinderen vaker overgewicht
Kinderen met een niet-westerse achtergrond hebben vaker overgewicht dan hun autochtone leeftijdsgenoten: 22 tegenover 9 procent. Voor obesitas is dit achtereenvolgens 9 en 2 procent.

Meer kinderen met overgewicht in vier grootste gemeenten
Kinderen die wonen in een van de vier grootste gemeenten hebben vaker overgewicht dan kinderen daarbuiten. Van de Amsterdamse, Rotterdamse, Haagse en Utrechtse kinderen heeft 18 procent overgewicht. In de rest van het land ligt dit op 11 procent. Het hogere percentage kinderen met overgewicht in de grote steden hangt onder meer samen met het feit dat huishoudens met een lager inkomen en een niet-westerse achtergrond in die steden relatief veel voorkomen.