Start landelijk programma ‘Diagnose Voeding & Gezondheid’

Voeding draagt bij aan een vitaal en gezond leven. Voeding verdient dan ook een prominente rol bij het bevorderen van gezondheid en preventie van chronische aandoeningen. Dat is de overtuiging van de partijen die samen het landelijke programma ‘Diagnose Voeding & Gezondheid’ zijn gestart.

Het aantal mensen in Nederland met een chronische aandoening stijgt van ruim 8,5 miljoen in 2015 naar bijna 9,8 miljoen in 2040, aldus het RIVM. Naar verwachting verdubbelen de zorguitgaven tot 174 miljard euro in 2040. De toename van het aantal chronisch zieken leidt tot een verminderde arbeids- en maatschappelijke participatie en zorgt op individueel niveau voor meer leed en minder geluk. De tweedeling in de maatschappij wordt groter doordat chronische aandoeningen vaker voorkomen bij mensen met een lage opleiding en laag inkomen. Wiebe Draijer, bestuursvoorzitter van Rabobank: ‘geen enkele partij in de samenleving is uitgerust om zelfstandig doorbraken te realiseren op de complexe vraagstukken rond voeding en gezondheid. Daarom zijn wij samen met BeBright initiatiefnemer van deze publiek private samenwerking’.

Diagnose Voeding & Gezondheid is een landelijk programma gestart door een coalitie bestaande uit Rabobank, BeBright, Gemeente Utrecht, Economic Board Utrecht, Jaarbeurs en Zilveren Kruis en wordt ondersteund door de kennisinstellingen: Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht en UMC Utrecht. Door het starten van een open dialoog en het initiëren van innovaties met een maatschappelijke impact, beoogt de coalitie doorbraken te realiseren op de complexe vraagstukken rond het thema ‘voeding en gezondheid’. ‘Samenwerking is nodig in een ecosysteem van partijen die bereid zijn tot actie en de inzet van kennis, kunde en kapitaal’, aldus Philip J. Idenburg, oprichter van strategie- en innovatiebureau BeBright. Met Utrecht als landingsplaats, levert Diagnose Voeding & Gezondheid een bijdrage aan een vitaler en gezonder Nederland en stimuleert zij de economische groei en het innovatieklimaat.

Voedingssupplementen: onbetrouwbare inhoud en soms gevaarlijk

Een pilletje om de weerstand te verhogen, een capsule om te helpen met afvallen of een poeder om extra lang te kunnen sporten. Voedingssupplementen beloven veel, maar kunnen ongewenste gezondheidseffecten teweegbrengen. Dit staat vermeld in het jaaroverzicht 2016 van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), onderdeel van het UMC Utrecht.

Voedingssupplementen kunnen veel verschillende ingrediënten bevatten, van aminozuren en eiwitten, tot kruiden en paddenstoelextracten. In 2016 ontving het NVIC 740 meldingen over voedingssupplementen (exclusief vitamine- en mineralenpreparaten). Deze gingen vaak over jonge kinderen die per ongeluk een voedingssupplement hadden ingenomen, maar ook over het ontstaan van gezondheidsklachten na bewust gebruik, of misbruik, van voedingssupplementen. De meeste meldingen gingen over rustgevende supplementen (489 meldingen).

Onjuist etiket
Uit onderzoek is gebleken dat de informatie op het etiket van voedingssupplementen niet altijd klopt met wat er daadwerkelijk in het supplement zit. De vermelde hoeveelheden wijken af, of er zitten stoffen in het supplement die niet op het etiket genoemd worden. Soms worden zelfs geneesmiddelen of verboden stoffen in voedingssupplementen aangetroffen. Omdat het vooraf niet zeker is wat er precies in een voedingssupplement zit, zijn de risico’s van het gebruik onvoorspelbaar.

Bij meldingen over gezondheidsklachten kan het NVIC voedingssupplementen laten analyseren. Hiervoor werkt het NVIC samen met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Als uit analyse blijkt dat het supplement geneesmiddelen of verboden stoffen bevat, wordt dit gemeld aan de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). De NVWA kan ingrijpen als er signalen zijn dat het product niet veilig is, of als wet- en regelgeving wordt overtreden. In het kader van dit project zijn in 2016 in totaal acht supplementen geanalyseerd. Twee keer werden verboden ingrediënten aangetroffen, waaronder in een afslankmiddel met de naam Irem Naturel. De NVWA heeft in 2016 een publiekswaarschuwing afgegeven voor het gebruik van onder andere Irem Naturel.

Pre-workout poeders
Het meest risicovol zijn stimulerende sport- en afslankmiddelen. Hierin worden vaak illegale stoffen aangetroffen die serieuze gezondheidsklachten kunnen geven. In 2016 ontving het NVIC opvallend veel meldingen over zogenoemde ‘pre-workout’ poeders. Deze dienen ingenomen te worden voorafgaand aan het sporten. Gegevens van het NVIC, de NVWA en eerdere publicaties tonen aan dat deze producten regelmatig verboden stoffen bevatten die bij een intensieve training een hoog risico op gezondheidsproblemen geven. Dit kan in sommige gevallen leiden tot levensbedreigende situaties.

Olie van de hennepplant
In 2016 ontving het NVIC 64 meldingen over personen die olie van de hennepplant (Cannabis sativa) hadden ingenomen (vijf kinderen en 59 personen ouder dan 13 jaar). Veel van deze patiënten ontwikkelden gezondheidsklachten, zoals misselijkheid, slaperigheid, duizeligheid, verwardheid en versnelde hartslag. Ook hallucinaties traden bij verschillende patiënten op. Er bestaan verschillende soorten olie van de hennepplant. Sommige oliën bevatten psychoactieve stoffen (bv. tetrahydrocannabinol (THC)), anderen bevatten niet-psychoactieve stoffen (bv. cannabidiol (CBD)). Daarnaast bestaat ook synthetische CBD-olie. Hennepolie en CBD-olie bevatten in principe geen THC en mogen onder specifieke voorwaarden verhandeld worden als voedingssupplement op basis van de Warenwet. THC-olie, cannabisolie en wietolie bevatten meestal wel THC, en vallen onder de Opiumwet. De namen van de verschillende oliën worden soms echter door elkaar gebruikt, waardoor vaak niet duidelijk is wat de samenstelling van de olie is. De gegevens van het NVIC wijzen er op dat ook olie die verkocht wordt als CBD-olie soms psychoactieve stoffen bevat.

“Wees je ervan bewust dat het etiket van voedingssupplementen niet altijd klopt. Er kunnen andere stoffen in zitten dan op het etiket vermeld staan. Als je klachten ervaart bij gebruik van een supplement, twijfel dan niet, ga naar je huisarts en neem het supplement mee. Je huisarts kan vervolgens contact opnemen met het NVIC voor overleg”, aldus Irma de Vries, internist-toxicoloog verbonden aan het NVIC.

NVIC 24/7 bereikbaar voor hulpverleners
Het NVIC, opgericht in 1960 en sinds 2011 onderdeel van het UMC Utrecht, is de nationale vraagbaak voor huisartsen, medisch specialisten en andere hulpverleners bij acute vergiftigingen. Het NVIC geeft 24/7 informatie over de effecten en behandeling van vergiftigingen bij mensen en dieren. In Nederland bestaat geen meldingsplicht voor acute vergiftigingen en alleen vergiftigingen waarbij artsen en andere hulpverleners advies nodig hebben, worden bij het NVIC gemeld. In 2016 werd het NVIC 45.978 keer telefonisch geraadpleegd over in totaal 35.109 mensen en 6.170 dieren die waren blootgesteld aan giftige stoffen. Daarnaast is 74.918 keer gebruik gemaakt van de website www.vergiftigingen.info, waar hulpverleners zelf de toxicologische informatie van het NVIC kunnen raadplegen. De meeste informatieverzoeken aan het NVIC betreffen geneesmiddelen (zoals slaapmiddelen en pijnstillers) en huishoudmiddelen (zoals chloorbevattende middelen en vaatwasmiddelen). Door het grote aantal informatieverzoeken per jaar, heeft het NVIC goed inzicht in trends in het aantal vergiftigingen in Nederland.

 

EU onderzoekt: Is afvallen met maaltijdvervangers wel veilig?

Afvallen met shakes of andere maaltijdvervangers is populair. Vooral in aanloop naar de zomer, zo valt op te maken uit trends binnen zoekmachine Google. In de maand mei zijn de meeste Nederlanders op zoek naar maaltijdvervangers in de strijd tegen overtollige kilo’s. Op een goede tweede plaats komt de periode rond de jaarwisseling, die gedreven wordt door goede voornemens. Maar is het veilig en gezond om maaltijdvervanger te gebruiken?

De Europese Unie vraagt als het gaat om voedsel en veiligheid advies aan de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA). Dit onafhankelijke agentschap doet onderzoek en rapporteert conclusies en aanbevelingen naar de Europese Unie. Op die manier maakt de Europese Unie wetgeving die gebaseerd is op solide wetenschappelijk onderzoek.

Ook in het geval van maaltijdvervangers heeft de EFSA onderzoek verricht. Verschillende onderzoeksresultaten en rapporten werden geraadpleegd en beoordeeld. De EFSA concludeert dat wetenschappelijk en klinisch bewezen is dat maaltijdvervangers “veilig, effectief en gezond” zijn als methode om af te vallen – ook op lange termijn.

De Europese Unie heeft deze conclusie overgenomen en de bestaande eisen voor fabrikanten van maaltijdvervangers aangescherpt. Binnen de categorie “veilig, effectief en gezond” vallen alleen volwaardige maaltijdvervangers die aan onderstaande wettelijke eisen voldoen:

Checklist maaltijdvervangers voor afvallen:
-Tussen de 200 en 250 Kcal per maaltijd;
-Minimaal 1 gram linolzuur (een essentieel omega-6 vetzuur);
-Tussen de 25 en 50% van de energie komt uit eiwit;
-Maximaal 30% van de calorieën uit vet;
-Minimaal 30% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 22 vitaminen en mineralen.

“Er zijn veel maaltijdvervangers op de markt, vooral shakes en repen. Maar ze voldoen lang niet allemaal aan deze wettelijke eisen. Dat is echter wel belangrijk als je op een veilige en effectieve manier wilt afvallen”, vertelt Robert-Jan Lankhorst van Shakeplus, fabrikant van maaltijdshakes op natuurlijke basis. De eisen zijn bedoeld om te zorgen dat mensen voldoende bouw- en voedingsstoffen binnen krijgen, en in de juiste verhouding. “Het is fijn dat de overheid erkent dat afvallen met maaltijdvervangers veilig, effectief en gezond is”, vervolgt Lankhorst. Maar veel mensen weten niet dat de overheid eisen stelt aan maaltijdvervangers. Hierdoor kiezen mensen wellicht voor maaltijdvervangers die niet geschikt zijn om mee af te vallen. Denk aan te veel of te weinig eiwit of onvoldoende omega-6 linolzuur. Twee voorbeelden zijn Juvo Slim en Be-slank maaltijdshake. Uit het etiket valt op te maken dat deze producten niet voldoen aan de wettelijke eisen, maar wel worden verkocht als maaltijdvervanger om mee af te vallen. Een ander probleem is dat sommige mensen kiezen voor eiwitshakes of eiwitrepen. Deze producten zijn bedoeld als supplement voor sporters, voor het opbouwen en herstellen van spieren. Ze zijn ongeschikt om mee af te vallen omdat het geen volwaardige maaltijdvervangers zijn. Ze bevatten veel eiwit maar bijvoorbeeld niet voldoende linolzuur of vitaminen en mineralen.

Niet alle maaltijdvervangers voldoen aan de wetgeving
De oorspronkelijke eisen voor maaltijdvervangers dateren van 1996 (Richtlijn 96/8/EG) en zijn in 2016 verder aangescherpt. Het is interessant om te zien welke merken zich gaan inspannen om aan de eisen te voldoen. Wil je afvallen en daarbij maaltijdvervangers gebruiken? Informeer dan altijd of het product voldoet aan de wettelijke eisen. Verwijs naar bovenstaande checklist of EU verordening 2016/1413.