96% Nederlanders vindt alcoholgebruik eigen verantwoordelijkheid

Een zeer ruime meerderheid van de Nederlanders (89%) noemt het eigen alcoholgebruik verantwoord. Ook stelt ruim driekwart dat de eigen sociale omgeving op een verantwoorde manier met drank omgaat. Verstandig omgaan met alcohol is voor 96% de eigen verantwoordelijkheid. Voor 44% ligt die ook bij de sociale omgeving. Dit blijkt uit onderzoek door Kantar Public (voorheen TNS NIPO) in opdracht van de Stichting Verantwoorde Alcoholconsumptie (STIVA).

Nederlanders lijken inderdaad steeds bewuster met alcohol om te gaan. Zo blijkt uit eerdere cijfers van de OESO dat de ‘overall’ alcoholinname in ons land onder het Europese gemiddelde ligt en nog steeds daalt. Sinds 2000 is er zelfs een afname van 17% te zien. Een trend die ook met het oog op de toekomst zichtbaar is: Nederlandse jongeren drinken op steeds latere leeftijd en steeds minder.

Campagnes helpen, accijnzen niet
Verstandig met alcohol omgaan is volgens bijna alle Nederlanders (96%) de eigen verantwoordelijkheid. Communicatie lijkt daarnaast een sleutelwoord te zijn waar het gaat om het creëren van bewustzijn rond de gevaren van overmatig drankgebruik. Zo zegt 41% dat voorlichtingscampagnes kunnen bijdragen, net als meer en betere voorlichting op scholen (42%). Toch heeft aangesproken worden door de eigen omgeving het meeste effect, zo vindt bijna de helft van de mensen. Overheidsingrijpen is minder populair. Zo denkt slechts 9% dat het verhogen van accijnzen overmatig alcoholgebruik kan tegengaan.

Verantwoord gedrag
Peter de Wolf, directeur van STIVA: “Wat ons betreft is het een positief gegeven dat Nederlanders het belangrijk vinden elkaar en zichzelf aan te spreken op het alcoholgebruik. Dat werkt, want we scoren op Europees niveau hoog waar het gaat om verantwoord gedrag. Het vormt voor ons de basis om ook in de toekomst nog meer in te zetten op onze voorlichtingscampagnes, zodat Nederlanders nog verantwoorder gaan drinken.”

Over het onderzoek
Kantar Public (voorheen TNS NIPO) voerde in opdracht van STIVA een onderzoek rondom beeldvorming van alcoholgebruik in Nederland uit. Aan het onderzoek namen 943 mensen van 18 jaar en ouder.

Voedselagenda: Nederland internationaal koploper in gezonde en duurzame voeding

Nederland moet over vijf tot tien jaar wereldwijd de onbetwiste koploper zijn in gezonde en duurzame voeding. Samen met de landbouw, de voedingsmiddelenindustrie en kennisinstellingen wil het kabinet dat Nederland voorop loopt met innovatieve, gezonde producten met meer groente en plantaardige eiwitten. Dat voedsel moet geproduceerd worden met een zo laag mogelijk uitstoot van broeikasgassen en met het laagste gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en antibiotica. Met de kennis en technologie die daarvoor nodig is, kan Nederland bovendien zijn exportpositie verder versterken.

Nationale Voedseltop

Dat schrijven staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) en minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) in een brief over de voortgang van de Voedselagenda die zij mede namens minister Ploumen (Buitenlandse Handel) en staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Het afgelopen jaar heeft het kabinet samen met bedrijfsleven, consumenten en maatschappelijke organisaties verder invulling gegeven aan de Voedselagenda. Op 26 januari 2017 organiseren staatsecretaris Van Dam, minister Schippers, minister Ploumen en staatssecretaris Dijksma samen een Nationale Voedseltop om met het bedrijfsleven en andere betrokken partijen meerjarige afspraken te maken over de transitie van het voedselsysteem.

Verandering van het voedselproces is noodzakelijk omdat de vraag naar eten stijgt door de toenemende wereldbevolking, terwijl het huidige productieproces bijdraagt aan klimaatverandering en leidt tot fors verlies van biodiversiteit. Tegelijkertijd is er een wereldwijde toename van  welvaartsziekten die samenhangen met een ongezond eetpatroon. Dat vraagt om een hoogwaardige efficiënte voedselproductie die voldoende eten oplevert en bovendien in balans is met de draagkracht van de aarde.

Innovatie

In de brief geven de bewindslieden een overzicht van de afspraken die het afgelopen jaar zijn gemaakt om te komen tot een veiliger, gezonder en duurzamer voedselsysteem. Daarnaast geeft het kabinet aan welke stappen de komende jaren nodig zijn om de koppositie van Nederland in de voedseltransitie verder te versterken. Het kabinet wil onder andere investeren in innovaties die leiden tot een gezonder voedselaanbod met minder zout, minder verzadigd vet en minder calorieën. Ook zal er gekeken worden naar nieuwe eiwitbronnen zoals zeewier, peulen, bonen en paddenstoelen. Het kabinet wil verder dat met name jongeren meer groenten en fruit gaan eten. Daarnaast moet gezonde voeding een grotere rol krijgen in de zorg. Met innovatieve instrumenten zoals de voedingsapp moeten consumenten goede en eenvoudige informatie krijgen over de samenstelling en herkomst van voedsel. Bij de productie van voedsel zet het kabinet in op een landbouw en levensmiddelenindustrie die is gebaseerd op duurzame grondstoffen en een gezonde bodem en die rekening houdt met klimaat, dierenwelzijn en biodiversiteit. Daarvoor moet onder andere worden gekeken naar nieuwe business- en financieringsmodellen om economische drijfveren te verbinden met de grote maatschappelijke uitdagingen. Door de inzet van kennis en innovatie wil het kabinet ook bijdragen aan het uitbannen van honger en ondervoeding in ontwikkelingslanden.

Als onderdeel van de Voedselagenda reserveert staatssecretaris Van Dam vanaf 2017 jaarlijks 20 miljoen euro om veelbelovende innovaties van bedrijven en maatschappelijke organisaties te ondersteunen. Het geld is onder andere bedoeld voor het stimuleren van transparantie in de voedselketen en de groente- en fruitconsumptie door jongeren. Ook wordt er geïnvesteerd in nieuwe eiwitbronnen en duurzamere gewasbescherming en komt er ondersteuning van technische ontwikkelingen op het gebied van ICT ten behoeve van een duurzamere voedselproductie, zoals het gebruik van satellietdata.

Steeds meer duurzaam voedsel in het winkelmandje

Afbeeldingsresultaat voor Monitor Duurzaam Voedsel 2015Consumenten hebben in 2015 12 procent meer dier- en milieuvriendelijk geproduceerd voedsel gekocht. Met een besteding van 3 miljard euro is het marktaandeel verder gestegen van 7 procent naar 8 procent. Dit is het zesde jaar in een rij dat de consumptie van duurzame producten is toegenomen. In supermarkten was de groei het hoogst, met maar liefst 16 procent. De forse groei komt mede doordat supermarkten meer duurzamere producten in de schappen hebben gelegd, zodat hun klanten vaker voor een duurzaam alternatief kunnen kiezen. Ook in de professionele markt, zoals horeca, zorginstellingen en catering, zet de groei van de afgelopen jaren door met 10 procent. Dit blijkt uit de Monitor Duurzaam Voedsel 2015, waarover staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken de Tweede Kamer vandaag heeft geïnformeerd.

Staatssecretaris Van Dam: “Steeds meer mensen kiezen bewust voor eten dat beter is voor de natuur, voor dierenwelzijn of voor hun gezondheid. Ook vorig jaar groeide het aandeel duurzaam eten fors. Dat is een belangrijke steun in de rug voor boeren, voedselproducenten en supermarkten die kiezen voor eten dat zo natuurlijk mogelijk wordt geproduceerd. Het laat ook zien dat er volop kansen zijn voor bedrijven die een gezonde toekomst van onze wereld voorop hebben staan.”

Eieren en vis meest gewild

De grootste duurzame stijgers zijn eieren (+24 procent) en vis (+22 procent), respectievelijk 39 procent en 26 procent van de totale verkochte eieren en vis. Ook brood, granen, koek en gebak zitten in flink in de lift met een stijging van 22 procent, net als koffie en thee (+17 procent) en vlees (+19 procent). Duurzame dranken gaan niet mee in de opgaande lijn (-9 procent). Dit komt onder meer doordat de professionele markt in het algemeen minder dranken heeft geserveerd, met een extra daling in de omzetten van frisdranken en sappen met een keurmerk. De bestedingen aan producten met het keurmerk Biologisch zijn in 2015 met 10 procent gestegen. De onderzoekers schatten de totale besteding aan biologische producten, inclusief kanalen zoals biologische markten en boerderijwinkels, op ruim 1,3 miljard euro.

Jaarlijkse monitor

De Monitor Duurzaam Voedsel wordt jaarlijks uitgevoerd door Wageningen Economic Research en is voor het eerst uitgebracht in 2011. In de monitor wordt uitgegaan van de omzet in de belangrijkste afzetkanalen van producten voorzien van een voor de consument herkenbaar keurmerk met onafhankelijke controle. De monitor is voor iedereen in te zien via agrimatie.nl.