Effect kalium op nierschade onderzocht

Ejhoorn

Ewout Hoorn

Veel patiënten met chronische nierschade krijgen een kaliumbeperkt dieet om een te hoge kaliumspiegel in het bloed te voorkomen. Maar recente studies laten zien dat juist patiënten die het meeste kalium eten, minder nierschade ontwikkelen. Het verband tussen kalium en nierschade werd in die studies echter niet direct onderzocht. Daarom is nog onduidelijk of dit een rechtstreeks effect van kalium is en hoe dat dan werkt. Dankzij subsidie van de Nierstichting wordt dat nu voor het eerst onderzocht, in K+onsortium. Dit is een van de twee onderzoeksconsortia die de Nierstichting subsidieert.

Het onderzoek K+onsortium is een samenwerking tussen het Erasmus MC in Rotterdam, het UMC Groningen, het Leids UMC en het AMC in Amsterdam en krijgt 1,25 miljoen euro van de Nierstichting. Dr. Ewout Hoorn (internist Erasmus MC en projectleider van het consortium): “Als je meer kalium eet, scheiden je nieren niet alleen meer kalium, maar ook meer natrium (zout) uit. Kalium werkt dus als een katalysator om natrium te verwijderen en dat is gunstig voor de bloeddruk. Dit verklaart waarom bij gezonde mensen het innemen van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid kalium helpt om de bloeddruk en nierfunctie gezond te houden. Maar hoe dat in het lichaam precies werkt is nog niet helemaal bekend. En hoe dit werkt bij patiënten met chronische nierschade is helemaal onduidelijk. Als kalium inderdaad de gunstige effecten heeft die wij vermoeden, kan een dieet met meer kalium en minder natrium belangrijke gezondheidswinst boeken bij nierpatiënten.”

Grotere slagkracht door samenwerking

De vier collega’s wilden al langer samen een groot onderzoek uitvoeren, en kunnen dat nu doen dankzij de subsidie van de Nierstichting. Dr. Ewout Hoorn: “Het consortium geeft een krachtige impuls aan elk van onze onderzoeksgroepen. Ook ontstaat er door de samenwerking een grotere slagkracht. Ik hoop dat het vanzelfsprekend wordt binnen de wetenschap om grootschalige samenwerking op te zoeken; consortia zoals deze dragen daaraan bij. Nu proberen we ieder voor zich nog te vaak het wiel uit te vinden.”

Alle hoofdonderzoekers doen onderzoek naast hun werk als nefroloog in het ziekenhuis. Ze kennen de grenzen van wat nefrologen voor nierpatiënten kunnen doen, en willen die graag verleggen. Dr. Ewout Hoorn: “Ik doe al lang onderzoek naar onder meer kalium en natrium. Ik ben heel blij dat ik in dit grote onderzoek straks mijn kennis kan koppelen aan klinische problemen van nierpatiënten; daardoor kan ons onderzoek hopelijk echt iets voor nierpatiënten betekenen.”

Minder medicijnen door aangepast dieet

Tom Oostrom (directeur Nierstichting) over de financiering van dit grote onderzoek: “Naast de klinische waarde van het onderzoek, draagt het in potentie ook bij aan de zelfstandigheid van nierpatiënten: een mogelijke uitkomst is dat sommige patiënten bepaalde medicijnen minder of niet meer hoeven te gebruiken, en in plaats daarvan moeten zorgen voor voldoende kalium in hun voeding. Dat komt neer op het volgen van de richtlijn van het Voedingscentrum over groenten en fruit, want dan krijgen mensen voldoende kalium binnen. Daar kun je dus zelf voor zorgen. En minder medicijnen betekent: minder bijwerkingen. Dit is het eerste klinische onderzoek naar het effect en de precieze werking van kalium op de nierfunctie. En dat is mogelijk dankzij de donateurs van de Nierstichting.”

Dr. Ewout Hoorn en zijn collega’s gaan in dit consortium een landelijke studie doen naar de effecten van  kaliumsuppletie bij 400 patiënten met chronische nierschade. Daarnaast vinden kleinere studies plaats bij gezonde vrijwilligers, dialysepatiënten en in het laboratorium om de onderliggende mechanismen in detail te onderzoeken. Het onderzoek start in 2017 en loopt vijf jaar.

Ook onderzoek naar betere behandeling voor kinderen

Behalve het onderzoek naar kalium, subsidieert de Nierstichting nog een groot onderzoek (LEARNS) naar het idiopathisch nefrotisch syndroom bij kinderen, waarvoor nu de enige behandeling prednison is, een middel met zware bijwerkingen.