Er bestaan forse prijsverschillen voor dure geneesmiddelen die kankercentra en ziekenhuizen betalen, zo blijkt uit een inventarisatie in 15 Europese landen. Een artikel daarover verschijnt vrijdag 4 december in het vooraanstaande tijdschrift Lancet Oncology en is gebaseerd op een onderzoek dat werd geleid door Wim van Harten van het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam.
Hiervoor hebben 21 centra uit 15 Europese landen voor het eerst hun actuele prijsinformatie vrijgegeven. Bijzonder aan dit onderzoek is dat niet alleen de officiële lijstprijzen zijn opgevraagd, maar de prijzen die door de ziekenhuizen worden betaald, al dan niet met flinke percentages korting. Die kortingspercentages verschillen per land van enkele procenten tot meer dan 50%. Nederland blijkt voor de betaalde prijzen van 7 van de 9 onderzochte middelen in de top 3 te staan; voor sommige middelen zijn verschillen gevonden die tot 58% van de hoogste prijs belopen.
Transparantie en samenwerking
‘De oorzaak van de prijsverschillen kunnen door het onderzoek niet verklaard worden. Wel is gebleken dat de aanzienlijke prijsverschillen tussen Europese landen niet gerelateerd kunnen worden aan bijvoorbeeld nationale inkoopafspraken of bijvoorbeeld het bruto nationaal product per inwoner. Het is van groot belang dat er meer transparantie ontstaat over het prijsbeleid van de farmaceutische industrie. Daarnaast is het noodzakelijk dat overheden beter samenwerken om gunstiger prijzen voor deze dure kanker geneesmiddelen te kunnen bedingen. Het blijkt dat er ruimte voor onderhandeling is,’ aldus Wim van Harten.
Het onderzoek toont verder aan dat de huidige gehanteerde kosteneffectiviteitsanalyses gebaseerd op officiële lijstprijzen, onnodig negatieve resultaten laten zien omdat prijzen in de praktijk lager zijn. Dat kan leiden tot onnodig onthouden van veelbelovende geneesmiddelen aan patiënten.
Betalingsmodellen
Transparantie vanuit de farmaceutische industrie is niet het enige dat nodig is. Ook moet naar nieuwe betalingsmodellen gestreefd worden waarin niet zozeer volume van geneesmiddelverkoop maar innovatie en toegevoegde waarde moeten worden beloond.
Volgens Wim van Harten zijn er mogelijkheden tot kostenbesparing als prijsdalingen gerealiseerd kunnen worden. ‘Desondanks lijkt uitbreiding van het zorgbudget noodzakelijk. In de nabije toekomst dienen zich veel nieuwe voor patiënten veelbelovende middelen aan waardoor meer geld voor nieuwe medicijnen onvermijdelijk is’.
Het onderzoek is uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van prof.dr. W.H. van Harten van het Antoni van Leeuwenhoek en in samenwerking met onderzoekers in Cambridge, Parijs en Aviano, Italië.