Geen loodzware hartoperatie inclusief hartlongmachine, maar in plaats daarvan een kleine snee tussen twee ribben plus een katheter die vanuit de hals naar het hart werd geschoven. Met draden en precisie-instrumenten verkleinde het behandelteam vervolgens de linkerhartkamer van een 51-jarige patiënt. Zo werd de man verlost van ernstig hartfalen. De voor Nederland nieuwe ingreep werd uitgevoerd in het St. Antonius Ziekenhuis Utrecht/Nieuwegein door hartchirurg Patrick Klein, interventiecardioloog Pierfrancesco Agostoni en de in beeldtechnieken gespecialiseerde cardioloog Martin Swaans. De patiënt kon binnen 24 uur de afdeling intensive care verlaten en maakt het goed.
Het hartfalen bij de patiënt was veroorzaakt door een eerder hartinfarct, dat ernstige schade toebracht aan het weefsel van de linkerhartkamer. Hierdoor was de knijpkracht in dit deel van hart grotendeels weg. ‘Een ernstige aandoening, want een slechte pompfunctie van het hart geeft naast klachten van hartfalen ook een sterk verminderde levensverwachting’, licht Patrick Klein toe. ‘Bij een deel van de patiënten is dit operatief te verhelpen door de hartkamer te verkleinen. Tot nu toe gebeurde dat via een zware operatie waarbij een hartlongmachine de vitale lichaamsfuncties tijdelijk overneemt. Maar nu kunnen we patiënten een alternatief bieden: een minimaal invasieve ingreep. Dat betekent een veel kleinere wond, minder bloedverlies en minder kans op complicaties. Hierdoor is een sneller herstel te verwachten.’
De operatie vond plaats in de hypermoderne hybride operatiekamer waarover het Hartcentrum van het St. Antonius beschikt. Met behulp van beeldtechnieken ziet het behandelteam tijdens de ingreep precies waar men moet zijn.
In Nederland overleden in 2015 ruim zevenduizend mensen als gevolg van hartfalen. Bij ongeveer vijfhonderd van hen was sprake van ischemische etiologie: het geheel of gedeeltelijk afnemen van de bloedstroom. Dit is de groep waarvoor de nieuwe ingreep een optie zou kunnen zijn. Maar de ene patiënt is de andere niet: Patrick Klein schat dat de techniek vooraleerst bij honderd patiënten per jaar kan worden toegepast. ‘Evengoed de moeite waard. Je biedt deze mensen een lichtere ingreep aan en eigenlijk zie je direct na de operatie al dat hun kwaliteit van leven enorm toeneemt.’