Goedkoop waar het kan, kostbaar waar het moet. De WMO en WLZ zouden de zorg dichter bij de burger moeten brengen. Zien gebruikers, mantelzorgers en experts door de bomen het bos nog?
Voor Firevaned, de brancheorganisatie voor zorgmobiliteit, reden het gesprek aan te gaan. Wat kunnen we van elkaar leren, hoe brengen we hulpmiddelen op het juiste moment bij de juiste persoon? Hoe kunnen we, samen met indicerende instellingen, gemeenten en verwijzers, bureaucratie te voorkomen?
Het ‘Waarom’ is duidelijk
Mensen langer zelfstandig en zelfredzaam, dat is de doelstelling van dit kabinet. Dichtbij de burger zijn gemeenten, experts en mantelzorgers diegene die daarbij de sleutel in handen hebben. Met beperkte middelen toch zorgen dat zoveel mogelijk mensen mee kunnen blijven doen. Dat is de uitdaging waar wij voor staan. Daarbij is niet alleen de instrumentele benadering van belang – lees compensatie van functieverlies-, maar juist ook de mate waarin mensen in staat blijven zelf regie te nemen. Het juiste hulpmiddel helpt hen daarbij, denk daarbij aan het snel kunnen beschikken over hulpmiddelen na een ziekenhuisopname of revalidatie Als mensen weer sneller in de eigen omgeving hun leven kunnen hernemen is dat een groot goed. Dit vergt een bredere kijk die zeker niet altijd duurder hoeft te zijn!
Maar hoe doen we dat? En wie spelen hierbij een rol?
Onder de titel: One size fits nobody vindt op 13 april aanstaande het miniseminar van Firevaned plaats waarbij Theo van der Bom, directeur – bestuurder Ergotherapie Nederland en Ytje Hiemstra, Mezzo, hun visie op alle transities en de toegankelijkheid voor mensen die het echt nodig hebben laten schijnen. Misschien ontbreekt uw visie in dit gesprek. Om deze reden nodigt Firevaned alle experts uit mee te praten op 13 april a.s.