De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om de eigen bijdrage in de langdurige zorg te verlagen met ingang van 1 januari 2018.
De maatregel is gericht op mensen die blijvend intensieve zorg nodig hebben aan huis of zelf in een verpleeghuis verblijven terwijl hun partner thuis woont. De eigen bijdrage is afhankelijk van hun inkomen en vermogen. Het percentage van het inkomen dat meetelt voor de berekening van de eigen bijdrage wordt verlaagd van 12,5 naar 10%.
Ruim dertigduizend mensen gaan erop vooruit door de maatregel, vooral mensen met een middeninkomen. Zij betalen 30 tot 150 euro minder per maand.
Hiermee neemt het kabinet vanaf 1 januari 2018 al de eerste stappen om de stapeling van zorgkosten aan te pakken. Veel mensen maken zich zorgen of ze de kosten voor hun zorg nog wel kunnen betalen. Daarom heeft het kabinet in het regeerakkoord verschillende maatregelen aangekondigd.
Het kabinet wil bijvoorbeeld ook de vermogensinkomensbijtelling voor de eigen bijdrage aan langdurige zorg halveren, van 8 naar 4% van het vermogen. Het ministerie van VWS gaat met gemeenten overleggen over een eenvoudig en transparant abonnementstarief van 17,50 per vier weken, voor huishoudens die gebruik maken van ondersteuning vanuit de gemeente. De bijbetalingen voor bepaalde geneesmiddelen krijgen een plafond van 250 euro per jaar.
Eerder is al besloten om het eigen risico te bevriezen in 2018. Het kabinet zet deze bevriezing voort tot en met 2021.
Met deze maatregelen blijft de zorg en ondersteuning betaalbaar voor mensen die te maken hebben met verschillende soorten van eigen bijdragen in de zorgwetten.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State te zenden.