Voor mensen met psychische aandoeningen zijn bewezen effectieve psychotherapieën beschikbaar. Een deel van de patiënten heeft echter onvoldoende baat bij deze behandelingen. Om dit te verbeteren moet er meer onderzoek komen naar de persoonlijke effectiviteit van psychotherapeuten. ‘Sommige psychotherapeuten zijn veel effectiever dan andere. Daar kunnen we van leren.’ Dit stelt prof. dr. Agnes Scholing in haar inaugurele rede die zij uitspreekt op 22 april 2016 als bijzonder hoogleraar psychotherapie aan de faculteit Psychologie en onderwijswetenschappen van de Open Universiteit. Haar oratie heeft als titel ‘Over de psychotherapeut en de buurvrouw: Psychotherapie in de context van wetenschap, werkveld en onderwijs’.
Eerste keus-interventies
De psychotherapie van nu ziet er anders uit dan de psychotherapie van zo’n twintig jaar geleden. Destijds werd vaak lang en veel gepraat. Dagelijks oefenen om problematische emoties, gedrag en gedachten te veranderen werd als oppervlakkig beschouwd. Nu weten we, dankzij veel wetenschappelijk onderzoek, dat juist de interventies waarbij in de eigen omgeving wordt geoefend het meest effectief zijn. Inmiddels zijn binnen de GGZ veel wetenschappelijk bewezen effectieve interventies beschikbaar voor een breed scala aan psychische aandoeningen. Maar deze ‘eerste keus-interventies’ werken niet bij iedere patiënt voldoende.
Effectiviteit therapeut
Dat kan beter volgens Scholing. Door de nadruk op interventies is de afgelopen decennia weinig aandacht geweest voor verschillen tussen individuele therapeuten, terwijl onderzoek heeft aangetoond dat therapeuten een belangrijke invloed hebben op het therapieresultaat. ‘Als we nauwkeuriger kijken wat effectieve therapeuten zo effectief maakt, valt wellicht een verdere verbetering van de bestaande effectieve behandelingen te behalen. Er zijn aanwijzingen dat hun effectiviteit samenhangt met ‘flexibele modelgetrouwheid’, dus het flexibel vasthouden aan het behandelprotocol. Ook interpersoonlijke vaardigheden, zoals het goed hanteren van dreigende breuken in de therapeutische relatie zijn belangrijk. Mijn ambitie is daar meer inzicht in te creëren en dit te benutten voor verbetering van de opleiding tot psychotherapeut.’
Feedback
Daarnaast wil Scholing onderzoeken of de effectiviteit van therapeuten kan worden vergroot door structurele feedback over hun effectiviteit in te bouwen. ‘Nieuwe media kunnen daarbij ondersteunen. Je zou bijvoorbeeld systematisch patiënten kunnen vragen om feedback te geven. Via Zorgkaart Nederland gebeurt dit deels, maar ik zou graag zien dat we naast de tevredenheid van patiënten over de therapeut, meer informatie krijgen over het resultaat van de behandelingen. Die informatie is nog veel te weinig voorhanden.’
Over Agnes Scholing
Agnes Scholing (Wissenkerke, 1957) studeerde scheikunde en psychologie aan de Universiteit van Groningen en promoveerde in 1993 op de diagnostiek en behandeling van sociale fobie. Naast haar promotietraject werkte ze in de klinische praktijk en volgde ze de opleidingen tot klinisch psycholoog, psychotherapeut en cognitief gedragstherapeut. Ze werkte als klinisch psycholoog bij Kinder- en Jeugdpsychiatrie Accare, en daarna als klinisch psycholoog, vestigingsmanager en hoofd behandelzaken volwassenen bij De Waag, centrum voor ambulante forensische GGZ. Momenteel werkt zij als klinisch psycholoog bij GGZ-instelling Pro Persona, binnen het zorgprogramma voor patiënten met persoonlijkheidsstoornissen. Sinds haar promotie heeft zij steeds haar klinische werk gecombineerd met onderzoek en onderwijs aan de Universiteit Groningen en daarna de universiteit van Amsterdam. Daarnaast heeft ze verschillende functies gehad binnen de postdoctorale opleidingen voor psychologen. Ze was hoofdopleider van de postdoctorale opleidingen tot GZ-psycholoog en klinisch psycholoog in Groningen en daarna P-opleider bij de Waag en Pro Persona. Sinds 1 mei 2015 is Scholing hoofdopleider psychotherapie bij RINO Zuid en daaraan gekoppeld bijzonder hoogleraar aan de Open Universiteit op de door RINO Zuid ingestelde leerstoel Psychotherapie in de context van wetenschap-werkveld-onderwijs.