In 2015 zijn meer mensen gestorven aan dementie en COPD. Er overleden vorig jaar ruim 147 duizend mensen, 8 duizend meer dan een jaar eerder. Dementie en COPD waren samen verantwoordelijk voor 33 procent van deze stijging. Dit meldt CBS.
Vorig jaar overleden meer mensen, bijna 6 procent, dan in 2014. Er stierven in 2015 meer mensen aan dementie/Alzheimer (11 procent) en meer aan chronische obstructieve longaandoeningen (COPD, 20 procent). Ook overleden meer mensen aan hartfalen, longontsteking en aan de gevolgen van een val.
Bijna 10 procent overleden aan gevolgen van dementie
De meeste mensen (14 duizend) overleden aan de gevolgen van dementie. Dementie kan, naast cognitieve problemen, leiden tot problemen met de ademhaling, slikken of plassen. Als mensen aan de gevolgen van deze problemen overlijden, wordt dementie als doodsoorzaak aangemerkt. Als zij vallen en verongelukken door houdings- of bewegingsproblemen is een val de doodsoorzaak.
Na dementie overlijden de meeste mensen aan longkanker of een beroerte. Bij mannen zijn de belangrijkste doodsoorzaken longkanker, dementie en een beroerte. Bij vrouwen zijn dit dementie, een beroerte en hartfalen.
44 duizend mensen overleden aan een vorm van kanker
Aan kanker overleden in 2015 44 duizend mensen (30 procent van alle overledenen), bijna 24 duizend mannen en ruim 20 duizend vrouwen. Daarbij is longkanker voor mannen de belangrijkste doodsoorzaak, gevolgd door dikkedarm- en prostaatkanker. Voor vrouwen was dat long-, borst- of dikkedarmkanker.
Bijna 40 duizend mensen overleden aan hart- en vaatziekten
In 2015 stierven bijna 40 duizend mensen aan hart- en vaatziekten, bijna 19 duizend mannen en 21 duizend vrouwen. Hart- en vaatziekten vormden 27 procent van de sterfte. De meesten overleden door een beroerte (9,6 duizend), gevolgd door hartfalen (7,7 duizend), het acuut hartinfarct (5,4 duizend) en een chronisch ischemische hartziekte (3,1 duizend).
Op latere leeftijd andere doodsoorzaken
Negen van de tien mensen die in Nederland overlijden zijn ouder dan zestig jaar. Bij mensen die voor hun zestigste overleden, waren longkanker, zelfdoding en borstkanker de grootste doodsoorzaken. Mensen van 60 tot 75 jaar overleden vooral aan longkanker, COPD of dikkedarmkanker. Bij oudere mensen waren dementie (inclusief Alzheimer), beroerte en hartfalen de belangrijkste doodsoorzaken.