Mensen met COPD zijn vaak benauwd. Als die benauwdheid ’s avonds en ’s nachts is, kan de paniek toeslaan. Thuisblijven lijkt dan geen mogelijkheid, dus snel naar het ziekenhuis. Toch is de vertrouwde omgeving thuis vaak een veel betere oplossing dan zo’n spoedopname die vaak gepaard gaat met paniek. Maar dan moeten mensen wel weten wat ze kunnen doen bij benauwdheid, hoe ze dit kunnen voorkomen én hoe ze deskundige hulp thuis kunnen inschakelen. Doordat naasten thuis beter zijn voorbereid, kunnen spoedopnames worden voorkomen.
Vanaf 1 februari start CWZ samen met thuiszorg en andere zorgverleners een pilotproject voor COPD-patiënten. Hierin krijgen zij intensieve begeleiding en leren ze hoe zij hun ziekte thuis beter onder controle kunnen houden. Dat noemen we zelfmanagement. Als patiënten hun ziekte meer gecontroleerd kunnen laten verlopen, kunnen ze ook beter omgaan met acute klachten. Daardoor is de kans kleiner dat ze in het ziekenhuis moeten worden opgenomen.
Voor wie?
Voor het project komen mensen met COPD in aanmerking die in het afgelopen jaar vaker dan 2 keer zijn opgenomen en die ook andere problemen hebben. Deze kunnen medisch zijn of sociaal. Denk dan aan grote angst om benauwd te worden of te stikken, een ongezonde leefstijl en moeite om de therapie of behandeling vol te houden. Vaak voelen deze mensen zich machteloos en niet in staat hun ziekte te beheersen. Om aan het project deel te nemen moeten de COPD-patiënten ook in het gebied wonen waar de thuiszorgmedewerkers dit project uitvoeren.
Wat leren patiënten in het project?
COPD-patiënten gaan leren hoe ze beter omgaan met hun ziekte. Het is de bedoeling dat ze een gezondere levensstijl ontwikkelen. Van de diëtist leren ze hoe ze anders kunnen eten en van de fysiotherapeut hoe ze meer kunnen bewegen. Maatschappelijk werk helpt de patiënten hoe ze beter met hun angst kunnen omgaan en op welke manier ze de therapie en behandeling gemakkelijker inpassen in hun leven. En ze leren van de CWZ-verpleegkundigen praktische vaardigheden. Bijvoorbeeld hoe zij zelf of hun naasten beter zuurstof kunnen toedienen.
Wat is nieuw binnen het project?
In overleg met de patiënt start CWZ een zorgplan op. Hierin staat beschreven welke adviezen de patiënt in het ziekenhuis heeft gekregen. De huisarts en thuiszorgmedewerkers gaan met deze adviezen verder als de patiënt weer thuis is. Zo krijgt de patiënt hulp en instructies die op elkaar zijn afgestemd. De zorgverleners gaan vaker informatie delen. Zo weten de zorgverleners in CWZ bijvoorbeeld beter hoe het thuis gaat. Maatschappelijk werk en ook de huisarts gaan een grotere rol spelen. De huisarts mag rekenen op meer informatie vanuit het ziekenhuis en van andere zorgverleners.
En is een COPD-patiënt opgenomen in het ziekenhuis, dan schakelen de transferverpleegkundigen de zorgverleners buiten het ziekenhuis eerder in. Op die manier is er in de thuissituatie ruim de tijd om ondersteuning van de patiënt vlak na de opname te organiseren.
COPD in Nederland en daarbuiten
Bijna 400.000 mensen hebben COPD. Deze longziekte is niet te genezen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voorspelt dat COPD in 2020 wereldwijd de derde doodsoorzaak is. Elk jaar sterven er in Nederland 6.000 mensen aan COPD.