Onderzoek van Sanquin en het Academisch Medisch Centrum (AMC) wijst uit dat de ziekte van Chagas niet voorkomt bij Nederlandse donors. Sanquin zal bloeddonaties daarom niet routinematig gaan testen op aanwezigheid van deze infectie en wijkt daarmee af van het advies van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) en de Raad van Europa. Dat schrijven de onderzoekers vandaag in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.
De ziekte van Chagas wordt veroorzaakt door een parasiet en komt op grote schaal voor in Latijns-Amerika. De WHO en de Raad van Europa hebben zorgen over de veiligheid van bloed van donors die zijn geboren in Latijns-Amerika of daar langere tijd hebben gewoond. Ook het bloed van donors van wie de moeder afkomstig is uit Latijns-Amerika baart zorgen, omdat de infectie van moeder op kind kan worden overgedragen tijdens de zwangerschap.
De tropische parasiet kan jarenlang ongemerkt in het bloed aanwezig zijn en daarna ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken. Vast staat ook dat de parasiet via bloedtransfusie kan worden overgedragen. Daarom wordt alle donorbloed in Latijns-Amerikaanse landen getest. Ook België, Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk hebben een test ingevoerd om overdracht via transfusie te voorkomen.
De onderzoekers van Sanquin en het AMC stellen vast dat de ziekte van Chagas niet voorkomt bij Nederlandse bloeddonors. Aan meer dan 200.000 donors werd gevraagd naar risicofactoren. Ruim 1300 donors bleken een verhoogd risico te hebben en werden in het laboratorium van Sanquin getest. Gezamenlijk brachten zij maar liefst 8000 jaar door in Latijns-Amerika. Tot verrassing van de onderzoekers was geen enkele donor besmet met de parasiet.