Patiënten willen handige online toepassingen om hun zorg te regelen. Zij zien voordelen in het opzoeken van informatie over zorg en gezondheid op het internet. Ook willen zij via het internet recepten aanvragen, een afspraak maken met de dokter, of de zorgverlener een e-mail sturen met een vraag. Dat lijkt hen gemakkelijk en tijdsbesparend. Een derde van de zorggebruikers vindt het handig om online zijn eigen medische gegevens in te zien. Nederlandse zorgverleners zijn druk in de weer met eHealth. Artsen gaan zich het komende jaar onder andere inspannen voor het elektronisch uitwisselen van informatie en voor de mogelijkheid om online afspraken te maken. Dit blijkt uit de vandaag verschenen eHealth-monitor 2015. Het onderzoek, dat door Nictiz en het NIVEL is uitgevoerd, is vandaag tijdens het Mobile Healthcare congres aangeboden aan minister Schippers.
Enkele resultaten in het kort
Het zelf online bijhouden van gegevens over je gezondheid lijkt aan populariteit te winnen, al is het nog niet onder grote groepen. Wel blijkt uit het onderzoek dat bijna een vijfde van de Nederlanders zijn lichamelijke activiteit bijhoudt met bijvoorbeeld een stappenteller of een app op de telefoon. Meer dan een derde van de huisartsen, ruim de helft van de medisch specialisten en twee derde van de psychiaters gaf aan dat in hun praktijk of zorginstelling in het afgelopen jaar een eHealth-pilot is gedaan. Het meest opvallende is, dat in meer dan zeventig procent van de gevallen het gebruik ook na de proefperiode werd voortgezet. Onder verpleegkundigen steeg het gebruik van internet en apps om bijvoorbeeld informatie op te zoeken of om patiënten informatie te laten zien. Vooral het gebruik van beeldbellen en medicijndispensers onder verpleegkundigen in de care nam toe. Hier was sprake van bijna een verdubbeling.
Uitdagingen en meningsverschillen
Hoewel patiënten veel interesse hebben in online mogelijkheden, zijn ze zich net als in vorige jaren nog niet goed bewust van de mogelijkheden die al worden geboden door hun eigen huisarts en ziekenhuis. Meer voorlichting over wat de huisarts aanbiedt, kan de patiënt hier meer inzicht in geven. Er zijn voor artsen ook uitdagingen als het gaat om het gebruik van eHealth in hun werk. Zo is het nog lastig om patiëntinformatie buiten de eigen praktijk of zorginstelling uit te wisselen. Ook is de technische koppeling tussen een online dienst en het eigen informatiesysteem vaak moeilijk voor elkaar te krijgen. Daarnaast zijn er volgens artsen niet genoeg financiële vergoedingen voor de tijd die nodig is om een eHealth-dienst te ontwikkelen. Artsen verschillen onderling van mening over de vraag of patiënten elektronisch inzage moeten krijgen in hun medische dossier. Ongeveer twee op de vijf huisartsen en medisch specialisten vindt dit gewenst en bijna de helft van de huisartsen en medisch specialisten vindt dit ongewenst. De eHealth-monitor 2015 geeft inzicht in de argumenten van artsen om de patiënt wel of geen online inzage te geven in zijn medische dossier.
Dr. Lies van Gennip, directeur van Nictiz: “eHealth leeft binnen de zorg. Er wordt niet alleen over gepraat, maar de zorg is er ook echt mee bezig. Er gebeurt veel om met eHealth problemen (duurzaam) op te lossen. Het valt wel op dat sommige hobbels hardnekkig zijn. Zo blijkt opnieuw hoe lastig het is medicatieoverzichten actueel te krijgen – dat zagen we ook al in 2014.”
Prof. dr. ir. Roland Friele, adjunct-directeur van het NIVEL: “eHealth werkt alleen als iedere betrokkene de voordelen echt ziet. De eHealth-monitor laat zien dat dit nu vooral geldt voor de basics: via internet een afspraak regelen met je huisarts, een herhaalrecept opvragen en inzage krijgen in je medicatiedossier. Ik heb deze week via internet een herhaalrecept opgevraagd, handig! Deze basics zullen voor veel artsen en patiënten de eerst kennismaking zijn met eHealth. Die basics hebben dus een dubbele betekenis: een handige toepassing, maar ook een introductie op de andere eHealth toepassingen.”