De ministerraad heeft op voorstel van minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingestemd met een radicale koerswijziging in het geneesmiddelenbeleid. Patiënten moeten sneller toegang hebben tot nieuwe, baanbrekende geneesmiddelen, maar wel tegen aanvaardbare prijzen. ‘Dat kan alleen als we de discussie openen over zaken die tot nog toe onbespreekbaar waren, zoals de machtspositie van de farmaceutische industrie’, aldus Schippers.
Patiënten hebben veel te danken aan de farmaceutische industrie. ‘Honderdduizenden Nederlanders kunnen dankzij geneesmiddelen werken en meedoen in de samenleving. Denk aan een miljoen mensen met diabetes of aan de vooruitgang die de laatste jaren is geboekt voor patiënten met kanker.’
Nieuw geneesmiddelenbeleid noodzakelijk
De innovatieve geneesmiddelen die op dit moment op de markt komen, zijn van een geheel andere orde dan veel nieuwe geneesmiddelen die de afgelopen decennia op de markt kwamen. Het gaat nu steeds vaker om complexe medicijnen voor kanker en om nieuwe geneesmiddelen voor kleine groepen ernstig zieke patiënten, die mogelijk de kwaliteit van leven spectaculair kunnen verbeteren en zelfs mensen kunnen genezen. Deze geneesmiddelen zijn ongekend duur, soms wel tot 500.000 euro per patiënt per jaar. De komst van deze medicijnen dreigt daarmee te leiden tot onbetaalbare zorg en zal ten koste gaan van de zorg voor andere patiënten.
Bovendien eisen de huidige toelatingsregels dat de werkzaamheid en de meerwaarde van een nieuw middel bij grote groepen patiënten is onderzocht. Dat is bij geneesmiddelen die voor heel kleine groepen patiënten worden ontwikkeld, een probleem. Om patiënten toch sneller toegang te kunnen geven tot deze geneesmiddelen, wil het kabinet in Europees verband de toelatingsregels voor veelbelovende producten flexibeler maken, zonder dat de veiligheid in het geding komt.
De afgelopen drie jaar is het door prijsonderhandelingen met verschillende fabrikanten gelukt om innovatieve medicijnen toegankelijk te maken voor Nederlandse patiënten. De nieuwe geneesmiddelen volgen elkaar echter zo snel op, dat het kabinet de kern van het probleem wil aanpakken: ‘Het huidige systeem is niet houdbaar en moet veranderen. Niet alleen in het belang van patiënten, artsen en premiebetalers, maar ook in het belang van de industrie zelf. Als wij hun producten niet meer kunnen betalen, houdt het voor hen ook op.’
Samenwerking
Het kabinet richt zich onder meer op de vele regelingen in Europa die de farmaceutische industrie beschermen. Het gaat om maatregelen die ooit bedoeld waren om innovatie te stimuleren, maar die nu vooral door de industrie worden gebruikt om het monopolie op nieuwe geneesmiddelen – en daarmee de hoge prijzen – zo lang mogelijk te behouden. Ook is het onaanvaardbaar dat de industrie geen inzage wil geven in de opbouw van de prijzen.
‘De balans in de geneesmiddelenmarkt is zoek. Nederland kan dat niet alleen veranderen, want we hebben het over een internationale markt.’ Het Nederlandse EU-voorzitterschap in het eerste halfjaar van 2016 is voor Schippers aanleiding om met haar collega-ministers in Europa de krachten te bundelen. ‘Alle lidstaten lopen tegen hetzelfde probleem aan. Door samen te onderhandelen over prijzen, door elkaar inzicht te geven in prijsverschillen tussen landen en door de geneesmiddelenmarkt kritisch tegen het licht te houden, kunnen we innovatie stimuleren, patiënten toegang bieden tot nieuwe geneesmiddelen en onze zorg betaalbaar houden.’
Ook wil het kabinet dat ziekenhuizen en zorgverzekeraars in Nederland de krachten bundelen en beter worden toegerust voor gezamenlijke onderhandelingen bij de inkoop van medicijnen. Hiervoor wordt het Platform Expertise Inkoop Geneesmiddelen opgericht.
Nieuwe businessmodellen en innovatie
Innovatie blijft cruciaal voor patiënten. Daarom pleit het kabinet onder meer voor nieuwe businessmodellen bij de ontwikkeling en productie van geneesmiddelen. Ook de rol van de overheid bij innovatie moet veranderen. De overheid betaalt nu vaak dubbel. Eerst wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van een medicijn, vervolgens wordt betaald voor de aankoop. Daarom wil het kabinet voortaan voorwaarden stellen aan investeringen in de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen: als het middel een succes wordt, moet een deel van de opbrengst ook worden terugbetaald.
Beschermingsregels voor de industrie moeten worden gebruikt zoals ze zijn bedoeld: voor het stimuleren van de ontwikkeling van echt nieuwe middelen, waar patiënten op wachten. Nu gebeurt het vaak dat een fabrikant met een kleine wijziging in een bestaand product, weer voor vele jaren het alleenrecht heeft.
Investeren in diagnostiek
Om dure medicijnen effectiever in te zetten, is het cruciaal dat duidelijk is bij wie ze wel werken en bij wie niet. Het kabinet stelt daarom 10 miljoen euro beschikbaar voor onderzoek naar methoden waarmee van tevoren kan worden vastgesteld of een medicijn bij een bepaalde patiënt aanslaat.
Een innovatief en duur middel als Nivolumab, werkt maar bij 2 op de 10 mensen met longkanker. Schippers: ‘Als we weten welke 2 mensen dat zijn, kunnen we hen effectiever behandelen. Mensen bij wie het niet werkt, blijft een vervelende behandeling met veel bijwerkingen bespaard. Zo krijgen we betere zorg tegen lagere kosten, en dat is in het belang van ons allemaal.’