Patiënten met een kwaadaardige tumor in de buik – onder meer maag, darm, lever en alvleesklier – hebben kans op uitzaaiingen op het buikvlies (buikvlieskanker). Exacte cijfers daarover waren tot nu toe niet bekend. Nu wel, want Irene Thomassen promoveerde aan de Universiteit Maastricht, in samenwerking met het Catharina Ziekenhuis, op een groot onderzoek naar deze nog onbekende uitzaaiingen van kanker. Haar conclusie: Uitzaaiingen op het buikvlies komen vaak voor en zorgen voor een slechte overlevingsduur.
Het buikvlies is het vlies dat de binnenkant van de buikholte en de buitenkant van de daarin liggende organen bekleedt. Op dit buikvlies komen vaak uitzaaiingen voor. Thomassen stelde aan de hand van cijfers van het Integraal Kankercentrum Zuid – dat een gebied met daarin tien ziekenhuizen en 2,4 miljoen inwoners bestrijkt – vast dat áls de tumor zich naar het buikvlies verspreidt, de overlevingskansen drastisch dalen.
Meer onderzoek
Zo krijgt 9 procent van de patiënten met alvleesklierkanker te maken met uitzaaiingen op het buikvlies. En is dat het geval, dan leeft de patiënt gemiddeld nog maar 6 weken, concludeerde Thomassen, die haar onderzoek uitvoerde onder leiding van de ervaren chirurgen prof. dr. Harm Rutten en dr. Ignace de Hingh, beiden werkzaam in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven.
Ook mensen met uitzaaiingen op het buikvlies waarvan de oorspronkelijke tumor niet kan worden gevonden, leven gemiddeld nog maar zes weken. Bij maagkanker is dit iets langer (gemiddeld 4,5 maanden), maar in alle drie de gevallen is behandeling tot dusver niet mogelijk.
Thomassen pleit in haar proefschrift voor meer onderzoek naar de haalbaarheid om buikvlieskanker te bestrijden met een HIPEC-operatie (Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie). HIPEC is een combinatie van een operatie en chemotherapie. De chirurg verwijdert alle zichtbare uitzaaiingen op het buikvlies en in de buikholte, waarna tijdens de operatie verwarmde chemotherapie wordt rondgepompt in de buikholte. Hiermee worden de mogelijk achtergebleven uitzaaiingen aangepakt. Slechts zes Nederlandse ziekenhuizen doen de HIPEC en het Catharina Ziekenhuis is op dit gebied één van de grootste.
Academisch profiel
Thomassen: “Nu wordt HIPEC alleen nog toegepast bij dikkedarmkanker, maar nu deze cijfers over uitzaaiingen op het buikvlies bekend zijn, pleit ik ervoor dat we onderzoeken of HIPEC ook kan helpen bij maagkanker of patiënten met gecombineerde uitzaaiingen op het buikvlies en in de lever. Bij alvleesklierkanker met uitzaaiingen op het buikvlies lijkt het me niet realistisch, omdat de patiënt gemiddeld nog maar zes weken leeft en HIPEC een erg zware ingreep is. Maar bij maag- en leverkanker – waar de overleving iets langer is – zou het wellicht kunnen helpen.”
In het Catharina Ziekenhuis vindt veel wetenschappelijk onderzoek plaats. Het ziekenhuis heeft een academisch profiel en compenseert daarmee het gemis van een academisch ziekenhuis in de regio. Naast complexe medische behandelingen – op met name oncologie en hart- en vaatziekten – vinden er ook baanbrekende onderzoeken plaats. In geen enkel ander niet-academisch ziekenhuis is de impactfactor – de graadmeter waarmee het belang van medische tijdschriften wordt aangegeven – van de wetenschappelijke output zo hoog als in het Catharina Ziekenhuis. Regelmatig nemen medisch specialisten uit het ziekenhuis de voortrekkersrol op zich in grote, wereldwijde studies.