De progressieve oogaandoening keratoconus, waarbij het hoornvlies van vorm verandert waardoor patiënten steeds slechter gaan zien, komt in Nederland vijf keer zo vaak voor als tot dusver werd gedacht. Dit is één van de bevindingen van het promotieonderzoek door Daniel Godefrooij van het UMC Utrecht.
Tot recent werd – op basis van een Amerikaanse studie uit 1986 – aangenomen dat er in Nederland ruim 9.000 personen (54,5 per 100.000) zijn met de oogaandoening keratoconus. Uit de nieuwe studie blijkt dat het aantal patiënten in werkelijkheid ongeveer 45.000 bedraagt (265 per 100.000). Bovendien blijkt dat er jaarlijks ongeveer 2.200 nieuwe patiënten (13,3 per 100.000) bij komen en dat de gemiddelde leeftijd op het moment van diagnose 28,3 jaar is.
Gegevens verzekeraar
Godefrooij gebruikte voor zijn berekeningen geanonimiseerde gegevens uit het klantenbestand van de grootste Nederlandse zorgverzekeraar (Achmea). Hierdoor konden de gegevens worden geanalyseerd tussen 2011 en 2014 van 1.6 miljoen verzekerden in Nederland tussen 10 en 40 jaar, de leeftijd waarop de meeste patiënten last van de aandoening beginnen te krijgen. Op basis van het aantal bij de verzekeraar bekende ziektegevallen kon worden berekend hoeveel patiënten er in totaal zijn én hoeveel nieuwe patiënten er per jaar bijkomen.
Grotere ziektelast
Daniel Godefrooij zegt hierover: “Omdat we met dit onderzoek hebben laten zien dat keratoconus véél vaker voorkomt dan we dachten, wordt duidelijk dat de ziektelast door deze aandoening groot is. Gelukkig kan de ziekte worden geremd door middel van de crosslinking behandeling. Deze behandeling voorkomt dat keratoconus erger wordt en dat mensen slecht gaan zien en een hoornvliestransplantatie moeten ondergaan.”
De belangrijkste oorzaak voor het feit dat keratoconus nu véél vaker wordt vastgesteld dan voorheen is volgens Godefrooij waarschijnlijk de introductie van digitale diagnostische beeldvormingstechnieken die tegenwoordig worden gebruikt in de oogheelkunde.
UMC Utrecht grootste centrum
Het UMC Utrecht loopt voorop bij de diagnose en behandeling van keratoconus en is met meer dan 600 uitgevoerde crosslinking behandelingen het grootste centrum in Nederland. De afdeling Oogheelkunde van het ziekenhuis voert structureel onderzoek uit naar de verschillende behandelingen van keratoconus. Ook is er een team van hoornvliesspecialisten en gespecialiseerde optometristen dat maatwerk levert aan elke patiënt.
Keratoconus
Keratoconus is een progressieve oogaandoening waarbij het hoornvlies dunner wordt en kegelvormig wordt (in plaats van de normale bolvorm), waardoor het zicht wordt aantast. De aandoening kan bij het merendeel van de patiënten worden gecorrigeerd met harde contactlenzen of sclera lenzen. Een hoornvliestransplantatie is nodig als er littekens in het hoornvlies zijn of problemen ontstaan waardoor de contactlenzen of sclera lenzen niet meer voldoen.
Promotir
Daniel Godefrooij (Utrecht, 1987) promoveert op 2 februari 2017 in het Academiegebouw te Utrecht (promotor: prof. dr. Saskia Imhof; copromotoren: dr. Robert Wisse en dr. Ardine de Wit) op het proefschrift “Keratoconus: epidemiology, treatment effects and economic evaluation.” De resultaten over de incidentie en prevalentie van keratoconus in Nederland zijn vorige maand gepubliceerd in het American Journal of Ophthalmology. Daniel werkt als arts-onderzoeker op de afdeling Oogheelkunde van het UMC Utrecht.