Gezonder door slapen op ‘internationale dag van de slaap’


Gezonder door slapen op ‘internationale dag van de slaap’

International Sleep Day is de dag waarop we stilstaan bij het fenomeen slaap. Ieder jaar is er op deze dag aandacht voor slaapproblematiek zoals slapeloosheid en ontregelingen van het slaapwaak ritme. Dit is belangrijk omdat een derde van de volwassen Nederlanders wel eens slaapproblemen heeft en rond de 10% van de Nederlanders last heeft van chronische slaapstoornissen. Op deze dag staan slapen en zaken die met slapen te maken hebben zoals gezondheid, het immuunsysteem, weerstand en herstel centraal.

Slaap is essentieel voor een goed functioneren en een goede gezondheid. Daarom mag het belang van slaap voor het lichaam en geest ook niet onderschat worden. Tijdens de slaap krijgen het lichaam en hersenen een ‘onderhoudsbeurt’. Er vinden dan belangrijke herstelwerkzaamheden plaats. Hoewel er bijvoorbeeld veel nadruk wordt gelegd op gezonde eetgewoonten, hechten mensen minder belang aan de slaap. Dit gaat ten koste van de volksgezondheid. Zoals talloze onderzoeken aantonen, kan het aanhouden van een gezond circadiaans ritme een even grote impact hebben op het welzijn als elke andere levensstijlfactor.

“Het belang van slaap voor een gezonde fysieke en mentale gesteldheid en een goed functionerend immuunsysteem wordt onderschat” – prof. Bert van der Horst PhD (2021)

Wie afwijkt van het gebruikelijke dag-en-nachtritme of door een onregelmatig bestaan kampt met slaapgebrek kan merken dat het lichaam tegensputtert. De dag loopt niet meer synchroon met de interne biologische klok. Die kan de snelle maatschappelijke en technologische evolutie van ons bestaan niet altijd bijbenen.

Een stabiel slaap- waakritme is de sleutel tot succes. Daglicht, verlichting met een hoog aandeel blauwe golflengten of lichttherapie met bijvoorbeeld een LEDbril met blauw licht bieden uitkomst. Belangrijk is dat dit licht in de ochtend wordt gebruikt en dat in de avond juist blauw licht moet worden vermeden. Dit kan gerealiseerd worden door het uitschakelen van smartphones, tablets en televisies maar ook door een draagbaar product dat door middel van oranje lenzen het blauwe deel van het omgevingslicht blokkeert.

Ouders weten te weinig van gebitsverzorging kinderen

Gaatjes voorkomen bij je kinderen is minder moeilijk dan het lijkt. Zolang je je als ouder aan een paar basisregels houdt. Die zijn nog lang niet bij iedereen bekend, zo blijk uit een enquête van de KNMT, de beroepsvereniging van tandartsen.

Dat je na het doorbreken van het eerste tandje al met poetsen moet beginnen, dat weten de meeste van de ruim 1.800 deelnemers aan de enquête wel. En dan langzaam opbouwen tot 2 keer 2 minuten per dag. Na het poetsen geen fris of vruchtensap meer laten drinken, maar alleen nog water – ook dat is heel veel ouders bekend.

Over het maximum aantal eet- en drinkmomenten op een dag voor een gezond gebit bestaat nog wel wat verwarring. Bijna de helft van de ouders weet dat het er niet meer dan 7 mogen zijn. Dat betekent dus naast de 3 maaltijden ontbijt, lunch en avondeten niet meer dan 4 keer een tussendoortje. Alleen dan kan speeksel de zuren die tanden aantasten steeds weer op tijd neutraliseren, zodat er geen gaatjes ontstaan.

Ook weet slechts 36 procent van de respondenten dat het belangrijk is om vanaf het doorbreken van het eerste tandje je kindje al mee te nemen naar de tandarts. De tandarts, mondhygiënist of preventieassistent kan ouders dan tips geven hoe ze het beste de tandjes van hun kind kunnen poetsen – iets wat niet altijd gemakkelijk gevonden wordt. En vaders en moeders voorlichten over het effect van eten en (fruit)sapjes op de ontwikkeling van bijvoorbeeld gaatjes.

De peiling van de KNMT is onderdeel van de campagne ‘Een gezonde mond is kinderspel!’, waarmee de beroepsvereniging van tandartsen wil bijdragen aan het laten opgroeien van een mondgezonde generatie. Nu hebben meer dan 2 op de 3 kinderen in Nederland vóór hun 18e verjaardag nog minstens 1 gaatje in hun gebit.  

Met de publieksactie, die wordt ondersteund door de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde, willen tandartsen ouders erop wijzen dat dit niet nodig is. Want wie goed voor zijn gebit zorgt en regelmatig voor controle naar de tandarts gaat, hoeft helemaal geen gaatjes te krijgen.

Centraal in de campagne staan de 6 basisregels voor gezonde tanden en kiezen. Mondzorgverleners geven bekendheid aan deze regels via hun wachtkamer en online. Ook jeugdartsen en voedselbanken werken mee aan de campagne.

In de week voorafgaande aan Wereld Mondgezondheidsdag (20 maart) is de boodschap ‘Een gezond gebit is kinderspel!’ ook te zien op digitale reclamezuilen langs 15 snelwegen, onder meer de A1, A5, A12, A15, A28 en A59.

Een derde van de mensen met zeldzame kanker krijgt niet direct juiste diagnose

Voordat de juiste diagnose gesteld wordt, krijgt een derde van de mensen met een zeldzame vorm van kanker eerst een of meerdere verkeerde diagnoses te horen. Vier op de tien van deze patiënten heeft een behandeling, therapie of medicatie voor die onjuiste diagnose(s) gehad.

Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) onder 2027 mensen die een zeldzame vorm van kanker hebben (gehad). Volgens de kankerpatiëntenorganisaties zou vertraging in het stellen van de juiste diagnose mogelijk een van de verklaringen kunnen zijn waarom mensen met een zeldzame vorm van kanker gemiddeld een 15% slechtere overlevingskans hebben dan mensen met een veelvoorkomende vorm van kanker (bron: IKNL, 2018).

Tijdens de ‘Week van de Zeldzame Kankers’ roept de federatie daarom samen met KWF op om mensen met zeldzame vormen van kanker te laten onderzoeken en behandelen in (nog aan te wijzen) gespecialiseerde centra, bij voorkeur in Universitair Medische Centra (UMC’s). Bij sommige zeldzame kankers, zoals sarcomen en hoofdhalskanker zijn daar al landelijke afspraken over gemaakt. Voor bloed- of lymfeklierkanker is afgesproken dat elke patiënt met een gespecialiseerd centrum wordt besproken. Deze peiling laat zien dat 51% van de mensen met zeldzame kanker in een UMC wordt behandeld. NFK vraagt zich af of alle mensen met zeldzame kanker wel gespecialiseerde zorg krijgen.

Jaarlijks krijgen ongeveer 20.000 mensen een zeldzame vorm van kanker. Nederland telt 130.000 mensen met een zeldzame kanker zoals anuskanker, galwegkanker, vulvakanker, schildklierkanker en hersentumor. Uit de online peiling blijkt dat de meeste mensen met een zeldzame kanker met hun klachten naar de huisarts gingen. De helft van hen werd binnen twee weken naar het ziekenhuis verwezen, maar bij bijna een kwart duurde dit drie maanden of langer, bij een op de tien meer dan een jaar.

Voor bijna een derde van de respondenten geldt dat er meer dan vier weken tussen het eerste gesprek met de arts in het ziekenhuis en het horen van de diagnose zeldzame kanker zat. De geldende beroepsnorm van SONCOS schrijft voor dat een diagnose in principe binnen drie weken na het eerste polibezoek gesteld moet worden. Bij verwijzing naar een ander ziekenhuis geldt voor dit ziekenhuis de norm opnieuw. 8% van de mensen met zeldzame kanker geeft aan dat het een half jaar of langer duurde voordat de diagnose werd gesteld, na het eerste gesprek met een arts in het ziekenhuis.

Bij twee derde van de respondenten was de eerste diagnose meteen de juiste. Bijna een vijfde kreeg echter één verkeerde diagnose, en een op de acht meerdere verkeerde diagnoses. Van de mensen met een of meerdere verkeerde diagnoses kreeg vier op de tien hier ook een behandeling voor.

Volgens NFK is de late of verkeerde diagnose voor een progressieve ziekte als kanker zorgelijk. Het is van groot belang om kanker in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren. Dit om uitbreiding van de ziekte voor te zijn en zo de kansen op een succesvolle behandeling te vergroten. ,,Het is begrijpelijk dat de huisarts niet meteen bij iedere klacht aan kanker denkt. Maar als de klachten voortduren dan is het belangrijk dat er ook aan de mogelijkheid van een zeldzame kanker wordt gedacht. Wij vragen huisartsen dan ook om vooral niet te lang te wachten met verwijzen naar het ziekenhuis voor vervolgonderzoek”, zegt directeur-bestuurder van Arja Broenland van NFK.

Een zeldzame kanker is vaak moeilijker te diagnosticeren dan een niet-zeldzame vorm. Broenland: “Daarom is het van belang om tijdig te verwijzen naar gespecialiseerde centra. Geen of een foutieve diagnose geeft mensen veel zorgen en onzekerheid. Daarnaast is behandeling van een onjuiste diagnose ineffectief en kan het bijwerkingen geven. Ook kan de kanker zich in de tussentijd zonder effectieve behandeling verder uitbreiden.” Om het onderzoek naar en diagnostiek en behandeling van zeldzame vormen van kanker te optimaliseren bespreekt NFK de resultaten van de peiling met het Dutch Rare Cancer Platform (DRCP), een landelijke multidisciplinaire groep van experts zeldzame kankers.

Om mensen met een zeldzame kanker te ondersteunen heeft NFK in 2019 het Patiëntenplatform Zeldzame Kankers (zeldzamekankers.nl) opgericht. In de Week van de Zeldzame Kankers bundelen NFK en KWF hun krachten om meer aandacht te vragen voor het platform en de noodzaak van meer kennis en aandacht voor goede diagnostiek. Johan van de Gronden, directeur van KWF: ,,Ik wil dat het overlevingspercentage voor mensen met een zeldzame vorm van kanker omhoog gaat. Het mag niet uitmaken welke soort kanker je krijgt, een zeldzame vorm of een vorm die vaak voorkomt. Met gespecialiseerde centra kunnen we daar echt een belangrijke bijdrage aan leveren.”

Van 8 t/m 14 maart zal onder meer iedere dag een patiënt zijn of haar ervaringsverhaal delen op zeldzamekankers.nl. Vanaf 22 maart start KWF met een vervolgcampagne om landelijk meer aandacht voor zeldzame kankers te vragen.