Hart- en vaatpatiënten hebben vragen over wisselwerking corona vaccin en hun aandoening

Uit onderzoek van Harteraad, het expertisecentrum voor het leven met hart- en vaataandoeningen, blijkt dat een deel van de mensen twijfelt over het vaccineren tegen het coronavirus. Er is nog onvoldoende duidelijkheid over de risico’s en bijwerkingen van coronavaccins op hart- en vaataandoeningen. Ook hebben mensen vragen over de wisselwerking tussen het vaccin en hun medicatie, zoals bloedverdunners. Terwijl juist nu behoefte is aan duidelijke en betrouwbare informatie met betrekking tot het vaccineren.

Het merendeel van de deelnemers die meededen aan het onderzoek (80%) (n=1271) wil zich laten vaccineren tegen het coronavirus. De redenen om wel een vaccin te nemen zijn: geen risico lopen met hart- of aandoening (68%), het verminderen van het risico om ziek te worden door het coronavirus (66%) en bijdragen aan het tegengaan van de coronapandemie (66%). 16% van de deelnemers die meededen aan het onderzoek heeft twijfels over het laten vaccineren tegen het coronavirus. Er zijn vragen over de risico’s van vaccineren bij bepaalde hart- en vaataandoeningen. Daarnaast  zijn er vragen over de wisselwerking van de nieuwe vaccins met bepaalde medicatie. 4% geeft aan zich helemaal niet te willen laten vaccineren, omdat zij de meerwaarde niet zien of principieel tegen vaccineren zijn. Een groot gedeelte van de deelnemers (68%) wil graag geïnformeerd worden door de huisarts of specialist over het halen van de vaccinatie.

Een ruime meerderheid (80%) van de mensen met hart- en vaataandoeningen  wil zich laten vaccineren tegen het coronavirus. Harteraad ziet dat er behoefte is aan ondersteuning bij het maken van een goed geïnformeerde keuze. Harteraad roept zorgverleners en mensen met hart- en vaataandoeningen op met elkaar in gesprek te blijven over vragen en twijfels omtrent vaccineren.  

Analyse Landelijke Database Fysiotherapie: ‘Geen grote toename nek- en schouderklachten’

In weerwil tot wat velen denken en waarover ook in de media talloze berichten zijn verschenen, blijkt uit een voorlopige analyse van gegevens uit de Landelijke Database Fysiotherapie, verricht door Mediquest en het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, dat er in 2020 geen significante toename van het aantal nek- en schouderklachten bij fysiotherapiepraktijken is waar te nemen (t.o.v. dezelfde periode in 2019).

Doordat veel mensen als gevolg van de pandemie nu al langere tijd thuis werken, lijkt het logisch te veronderstellen dat het aantal nek- en schouderklachten zal toenemen. Immers, in de thuissituatie beschikken werknemers lang niet altijd over goed werkmeubilair en komen ze minder achter hun werkplek vandaan zoals dat in een kantooromgeving wel vaak gebeurt. Een verkeerde werkhouding en te weinig tussendoor bewegen vormen hét recept voor klachten aan nek, schouder en rug.

Uit een voorlopige analyse van de gegevens in de Landelijke Database Fysiotherapie (LDF) is nu echter gebleken dat er geen sprake is van een grote toename van dit soort klachten voor zover het behandelingen in fysiotherapiepraktijken betreft. De analyse is gebaseerd op de gegevens van ruim 500.000 patiënten die in beide jaren behandeld zijn voor nek- en/of schouderklachten. Uit deze gegevens blijkt -gemeten over de periode april t/m december 2020- een verwaarloosbare toename van nek- en/of schouderklachten ten opzichte van dezelfde periode in 2019. In 2019 en 2020 hebben gemiddeld 1800 fysiotherapiepraktijken behandelgegevens van hun patiënten geanonimiseerd geregistreerd in de LDF. De Landelijke Database Fysiotherapie geeft daarmee een betrouwbaar beeld van soorten en aantallen behandelingen die fysiotherapeuten verrichten. Later dit jaar verschijnt het definitieve LDF-jaarverslag, waarin het KNGF rapporteert over 2020.

KNGF-bestuurslid Brechtus Engelsma over de uitkomst: Deze uitkomsten bieden geen onomstotelijk bewijs dat er geen sprake kan zijn van een toename, zoals gemeld in de media, maar op basis van de registratie van het KNGF blijkt de stijging niet. Een mogelijke verklaring is dat hoewel meer mensen thuiswerken, een groot aantal mensen zoals bijvoorbeeld in de horeca, op dit moment niet werkt. De toename van klachten bij de eerste groep zou dus kunnen wegvallen tegen een afname van de klachten bij de tweede groep. Ik blijf er ondanks dat voor waarschuwen dat deze klachten zich wel degelijk kunnen voordoen als gevolg van een verkeerde houding en te weinig bewegen. In individuele gevallen kan dat echt ingrijpende gevolgen hebben. Bedenk daarbij dat dit een landelijk beeld is. Het aantal klachten per fysiotherapiepraktijk kan dus heel erg verschillen. Daarbij hou ik wel een slag om de arm; het kan heel goed zijn dat veel mensen met deze klachten zich niet melden bij de fysiotherapeut uit angst voor besmetting en hopen dat de klacht vanzelf over gaat. Ik raad hen aan om wél te gaan. Fysiotherapeuten werken volgens strenge veiligheidsprotocollen en dus is een behandeling in de praktijk veilig.’

Meer mannen maken eigen keuze over opsporen en behandelen van prostaatkanker

Het Andros prostaatkankercentrum loopt al jaren voorop met precisiediagnostiek van prostaatkanker. Het preciezer, veiliger en patiëntvriendelijker opsporen van prostaatkanker. Om zowel onderdiagnose als overbehandeling te voorkomen. In Baarn breidt Andros uit met haar prostaatkankercentrum. Daar worden nu centraal alle complexe onderzoeken verricht voor deze precisiediagnostiek.

Zelfstandig prostaatkankercentrum
In 2015 werd het eerste zelfstandige prostaatkankercentrum in Nederland opgericht door Andros. Een centrum dat zich volledig richt op prostaatkanker, verzekerde zorg levert en los staat van ziekenhuizen. ‘Ik zag destijds dat er zoveel meer mogelijk was dan de standaard diagnostiek in Nederland. In dit centrum hebben we meerdere innovaties bijeen kunnen brengen om precisiediagnostiek te creëren.’ aldus professor Debruyne, oprichter van Andros. Al meer dan 5000 mannen kozen voor deze precisiediagnostiek. Inmiddels wordt bijna 8% van de agressieve prostaatkankers in Nederland bij Andros ontdekt.

Hoogwaardige scans en beoordelingen
Voor precisiediagnostiek zijn hoogwaardige MRI beelden nodig en een excellente beoordeling van de beelden door experts. Voor het maken van de 3 Tesla MRI prostaatscans is Andros een samenwerking aangegaan met Prescan, die de afgelopen jaren steeds meer gerichte MRI scans voor de reguliere zorg verzorgt. De MRI scans voor Andros worden beoordeeld door prof.dr. Jelle Barentsz en zijn team van het Prostaat MRI Referentie Centrum van het Radboudumc. Zij zorgen ook voor de kwaliteitsbewaking van de MRI-beelden en de wetenschappelijke validatie van de precisiediagnostiek.

Fusie biopsie
Alleen als de MRI scan verdachte plekken toont die wijzen op een mogelijke agressieve prostaatkanker is nader onderzoek nodig. In Baarn gaat dat via een fusie biopsie, een trefzekere en veilige methode om te biopteren. Tijdens een fusie biopsie worden de MRI beelden gefuseerd met ‘live’ echobeelden om gericht weefsel af te nemen. Dit gebeurt onder lokale verdoving en het weefselprikken gaat via de huid waardoor infectiegevaar praktisch afwezig is.

Klinieken door heel Nederland
Bij een verdenking van prostaatkanker kunnen mannen terecht bij de urologische klinieken van Andros die door heel Nederland gevestigd zijn. De uroloog onderzoekt of precisiediagnostiek noodzakelijk is en is in het verdere traject het vaste aanspreekpunt voor de cliënt. Hij bespreekt de uitslagen van de onderzoeken met de cliënt en indien nodig de behandelingsmogelijkheden uitgaande van ‘de juiste behandeling op het juiste moment’. De MRI kan ook worden ingezet bij active surveillance, dat wil zeggen dat er niet of niet direct wordt ingegrepen bij prostaatkanker maar de tumor nauwlettend in de gaten wordt gehouden.

‘Mannen bij wie prostaatkanker wordt ontdekt ervaren meestal (nog) geen klachten. Zij voelen zich niet ziek maar moeten opeens wel ingrijpende beslissingen nemen. Onze artsen zijn zeer ervaren en nemen veel tijd voor uitleg en overleg, en dat is juist zo belangrijk bij de diagnose van prostaatkanker en het komen tot de juiste behandelwijze’ vertelt dr. Paul Kil, medisch directeur van Andros.

Nieuwe ontwikkelingen sneller doorvoeren
Eerder is gebleken dat Andros in haar gespecialiseerde urologische klinieken snel nieuwe ontwikkelingen kan doorvoeren. Ook het prostaatkankercentrum gaat door met het verder optimaliseren van de diagnostiek. Daarnaast worden toekomstige mogelijkheden bekeken zoals instant-pathologie op basis van artificiële intelligentie en nieuwe mogelijkheden voor focale therapie van prostaatkanker. Dit gebeurt door een team onder leiding van prof.dr. Frans Debruyne, dr. Paul Kil, prof.dr. Theo de Reijke, prof.dr. Jelle Barentsz en drs. Jos Immerzeel.