Nederlander bewuster van eigen gezondheid door coronapandemie

Het merendeel van de Nederlanders is bezig met een gezonde leefstijl. Echter, een begin maken met het verbeteren van de gezondheid is voor 21 procent moeilijk. Negatieve emoties als angst, schaamte of verdriet zijn voor twee op de vijf bepalend om hiermee te starten. Voor jongeren van 18 tot en met 24 jaar loopt dit percentage op naar 51 procent. Dit blijkt uit onderzoek van Motivaction in opdracht van Zilveren Kruis, onderdeel van Achmea, over hoe Nederlanders bezig zijn met hun gezondheid. De coronapandemie heeft grote invloed op de gezondheid. Zo geeft 36 procent van de Nederlanders aan zich door corona vermoeider en somberder te voelen. Bij de groep 18 tot en met 24-jarigen is dit zelfs 57 procent. Opvallend is dat sinds corona één op de drie Nederlanders bewuster bezig is met de eigen gezondheid.  

Bewuster van eigen gezondheid sinds corona 
Vier op de vijf Nederlanders geeft aan dat ze in het afgelopen jaar bezig zijn geweest met een gezonde leefstijl. Een beter voedingspatroon en meer beweging worden het meest genoemd. Meer kunnen genieten komt daar vlak achteraan. Voor vrouwen is slaap en ontspanning belangrijk, 42 procent geeft aan dat hun batterij aan het begin van de dag niet 100 procent is opgeladen versus 29 procent van de mannen. Voor 40 procent van de vrouwen is een start maken met de verbetering van het slaappatroon het moeilijkst. Met 22 procent hebben mannen daar minder last van. In het onderzoek valt op dat 32 procent van de Nederlanders bewuster bezig is met de eigen gezondheid sinds de coronapandemie en 40 procent aangeeft dat ze bewuster zijn van waar ze staan qua gezondheid.

Jongeren worstelen met gezonde leefstijl  
Het bezig zijn met een gezonde leefstijl blijkt voor 33 procent van de jongere respondenten van 18 tot en met 24 jaar erg moeilijk. Deze groep heeft het afgelopen jaar specifiek aandacht gegeven aan beweging, een beter voedingspatroon en het investeren in sociale contacten. 36 procent van de Nederlanders geeft aan zich door corona vermoeider en somberder te voelen, bij de groep 18 tot en met 24-jarigen is dit zelfs 57 procent. Ook geven jongeren zichzelf het laagste cijfer voor hun geestelijke gezondheid: een 7,1. Daar heeft de generatie van 65-plussers – met een 8,2 – veel minder last van.  

Werk in kleine stappen aan gezondheid
Negatieve emoties als angst, schaamte of verdriet blijken voor 40 procent van de Nederlanders belangrijke triggers. “Negatieve emoties zijn vaak nodig om daadwerkelijk van start te gaan met een gezonde leefstijl. Gelukkig maken negatieve gevoelens plaats voor positieve emoties als vreugde en liefde, als zij eenmaal bezig zijn met een gezonde leefstijl.” aldus prof. dr. Hanno Pijl, internist LUMC, hoogleraar aan de Universiteit Leiden en bestuurslid van het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde. “Ben je bezig met het verbeteren van je leefstijl maar vind je het steeds lastig om vol te houden, hou de stappen klein om het behapbaar te maken. Loop een blokje om terwijl je belt met een vriend. Woon je in een flat, pak dan wat vaker de trap in plaats van de lift. Of probeer eens echt een half uur voor je naar bed gaat niet meer op je smartphone te kijken. Elk bescheiden resultaat is er eentje om trots op te zijn. Zo houd je het makkelijker vol”, vervolgt Pijl. 

Oppeppertjes tijdens coronapandemie voor mentale weerbaarheid
Afgelopen dinsdag zijn de coronamaatregelen aangescherpt. Ons leven wordt de komende weken verder beperkt op allerlei vlakken zoals minder sociale contacten, horeca die weer dicht gaat en geen sport in teamverband vanaf 18 jaar. “Natuurlijk hebben de aangescherpte maatregelen consequenties voor onze mentale en fysieke gezondheid. Nu waren we al vermoeider en somberder geworden sinds de start van corona. Juist in deze periode is het belangrijk om te werken aan die kleine stapjes, ook voor de mentale gezondheid. Want kleine successen die je behaalt zijn de oppeppertjes die we nu zo goed kunnen gebruiken. Het helpt je om positief én gezond te blijven”, zegt Pijl. 

Waardering eigen huis en woonomgeving door lockdown  
Maar liefst 78 procent is erg te spreken over de verbeteringen van hun woonomgeving. Dit draagt bij aan een gelukkiger en gezonder gevoel. “Een prettige woonomgeving heeft invloed op het ervaren van geluk en heeft hierdoor invloed op je gezondheid. Het belang van een plek waar je echt even kunt ontspannen en bijtanken is essentieel. Het afgelopen half jaar hebben veel Nederlanders klusjes in en om hun huis aangepakt. Denk aan een likje verf geven aan je schuurtje of het verfraaien van je tuin. Bovendien zijn veel Nederlanders door corona meer aangewezen op hun huis en eigen buurt. En zijn we dit massaal ook weer meer gaan waarderen. Dit zie je dan ook terug in de cijfers”, aldus Pijl.  

Alles telt mee voor gezondheid 
“Hoe gezonder je bent, hoe beter je je voelt. Dan heb je meer energie, beweeg je makkelijker en kun je meer aan. Maar, de lat wordt soms wel erg hoog gelegd. Strenge diëten, strakke beach-bodies of fitness apps zijn niet aan iedereen besteed. Gezondheid is meer dan niet ziek zijn. Genieten en gezelligheid zijn óók belangrijk. En dat is voor sommigen op dit moment niet makkelijk. Maar ook hoe je woont en of je groen in de buurt hebt waar je kunt ontspannen is belangrijk. Alles telt mee als het om gezondheid gaat. Omdat ieder mens anders is, heeft Zilveren Kruis een gezondheidscheck ontwikkeld waarmee je inzicht krijgt in het totaalplaatje van je gezondheid op het gebied van voeding, beweging, ontspanning, slaap, omgeving en relaties. Je krijgt advies over welke (kleine) stappen je kunt doen om aan je gezondheid te werken”, aldus Jan-Willem Evers, directeur bij Zilveren Kruis.  

Meer onderzoek nodig naar hart- en vaatziekten door zwangerschapsproblemen.

Onderzoek naar de risicofactoren voor hart- en vaataandoeningen heeft zich in het verleden vooral gericht op klassieke factoren waar zowel mannen en als vrouwen mee te maken kunnen hebben. Denk aan hoge bloeddruk, hoog cholesterol of diabetes. Er zijn echter belangrijke verschillen tussen mannen en vrouwen in het ontstaan van hart- en vaatziekten. 

In het wetenschappelijk onderzoek naar risicofactoren is er steeds meer aandacht voor sekse- en gender-gerelateerde factoren, oftewel biologische en sociaal-culturele factoren. Dat roept de vraag op welke van deze factoren door hart- en vaatpatiënten zelf worden gezien als prioriteit voor onderzoek. Harteraad en het Amsterdam UMC hebben hier samen onderzoek naar gedaan, en publiceerde de resultaten deze week in het ‘Netherlands Heart Journal’.

Uit de vragenlijst die is ingevuld door 980 mensen met een hart- of vaataandoening of een verhoogd risico daarop, wordt geconcludeerd dat vrouwen meer onderzoek willen naar complicaties tijdens of na de zwangerschap, het gebruik van de anticonceptiepil en het doormaken van een vroege overgang. Dat daar meer kennis over nodig is weet Annemieke uit eigen ervaring. Op 47 jarige leeftijd kreeg zij een beroerte die te laat werd herkend. Terugkijkend was de zwangerschapsvergiftiging die Annemieke bij de geboorte van haar 1e kind had, een aanwijzing dat ze een verhoogd risico op beroerte liep. Als deze informatie bij de artsen in het ziekenhuis bekend was geweest was de beroerte mogelijk eerder herkend en behandeld en waren haar beperkingen nu minder geweest. 

De risicofactoren die door mannen het hoogst werden geprioriteerd zijn depressie of depressieve gevoelens, migraine en het hebben van veel zorgtaken (bijv. verantwoordelijk zijn voor zorg over kinderen of ouders). De auteurs van het artikel willen wetenschappers en financiers van onderzoek aanmoedigen om in hun werk rekening te houden met de sekse- en gender gerelateerde risicofactoren waar volgens patiënten meer kennis over nodig is. Hiermee kunnen levensbedreigende situaties zoals die van Annemieke voorkomen worden. 

Spierziektepatiënten zelf ‘in the lead’ bij spoedeisende hulp

Spierziektepatiënten die op de spoedeisende hulp van een ziekenhuis terecht komen, krijgen vaak niet de specialistische zorg die ze nodig hebben. En wat bij gezonde mensen levens redt, kan voor mensen met een spierziekte fataal zijn. Het Spierfonds subsidieerde daarom het project ‘Spoedzorg bij spierziekten’ waarmee onnodig lijden en soms zelfs overlijden voorkomen kan worden.

De patiënt als informatiedrager
Met ruim 200.000 patiënten in Nederland alleen, lijken spierziekten geen zeldzaamheid. Maar omdat er zo’n 600 verschillende soorten spierziekten zijn, is de praktijk een andere. Hoewel elke spierziekte voor verlamming van de spieren zorgt, zijn er grote verschillen in de mate waarin een patiënt verlamd raakt, welke spieren aangetast worden en welke complicaties optreden. Een simpele verkoudheid kan bijvoorbeeld al leiden tot complicaties zoals een ernstige longontsteking. Hulpverleners op de Spoedeisende Eerste Hulp of ambulance zijn vaak onvoldoende bekend met spierziekten, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties. Het is daarom belangrijk dat medische hulpverleners goed op de hoogte zijn welke medische handelingen wel en niet gedaan kunnen worden bij mensen met een spierziekte.

SOS Kaartjes
Met financiering van het Prinses Beatrix Spierfonds en samen met IC-artsen, longartsen en andere specialisten werkte patiëntenvereniging Spierziekten Nederland aan een oplossing. Dat resulteerde in SOS-kaartjes voor patiënten en alertkaarten voor artsen, in verschillende uitvoeringen. Ze bevatten beknopte informatie over medisch handelen in een spoedsituatie bij mensen met een spierziekte. Alle kaarten zijn te downloaden vanaf een speciale spoedwebsite; spoed.spierziekten.nl. Patiënten kunnen ervoor kiezen de kaart op hun telefoon op te slaan of te printen en bij zich te dragen.

Als spierziektepatiënt ben je machteloos
Rivka Smit (32 jaar) heeft zelf een spierziekte en werd met een longontsteking per ambulance naar de spoedeisende hulp gebracht. “Artsen en verpleegkundigen wisten eigenlijk niet zo goed wat ze met me aan moesten. Ik was heel erg bang omdat het ademhalen steeds moeilijker ging, je voelt je vooral zo machteloos. De artsen willen je graag helpen, maar weten eenvoudigweg niet hoe. Spierziekten zijn zeldzaam, zijn heel verschillend en helaas nog redelijk onbekend, ook bij artsen. Als ik zelf sneller duidelijk kan maken dat ik een gespecialiseerde behandeling nodig heb, en waar ze die kunnen vinden, is de kans dat ik het overleef een stuk groter.”