Minister Bruins verstevigt aanpak onnodig gebruik zware pijnstillers

Bruno Bruins.

Minister Bruins voor Medische Zorg presenteert vandaag de eerste resultaten van de aanpak om het groeiende gebruik van zware pijnstillers tegen te gaan. Om kennis en bewustzijn bij patiënten en zorgverleners te vergroten gaat er vanaf vandaag een website in de lucht met informatie over deze geneesmiddelen. Daarnaast worden richtlijnen in de zorg verder aangescherpt en zijn er afspraken gemaakt over verantwoord voorschrijven en afleveren van deze pijnstillers. Ook stelt de minister een speciale groep van experts in om illegale handel in opioïde pijnstillers te onderzoeken en tegen te gaan. Uit voorlopige cijfers over de eerste twee kwartalen van dit jaar blijkt het aantal gebruikers van zware pijnstillers te zijn gedaald.

De minister heeft eerder dit jaar een taakgroep opioïden ingesteld met vertegenwoordigers uit het brede zorgveld. Deze groep is de afgelopen maanden aan de slag gegaan met de uitvoering van de actie-agenda opioïden die de minister in februari jl. heeft aangekondigd. Vandaag zijn de eerste resultaten en maatregelen bekendgemaakt voor de korte en lange termijn. Het doel is om de gesignaleerde problemen terug te dringen en onnodig en langdurig gebruik van zware pijnstillers te voorkomen.

Minister Bruins: “Onnodig en onverantwoord gebruik van zware pijnstillers moet stoppen. We willen hier geen Amerikaanse toestanden, daarom heb ik maatregelen genomen. De afgelopen periode is hier door zorgverleners en experts binnen de taakgroep hard aan gewerkt. Mensen moeten duidelijker geïnformeerd worden over de risico’s wanneer zij deze pijnstillers verkeerd of voor een langere periode gebruiken. Hier ligt ook een belangrijke taak voor ziekenhuizen, artsen en apothekers. Een goede begeleiding van de patiënt is essentieel. Ook komt er meer onderzoek naar het gebruik van deze pijnstillers en wat de gevolgen hiervan zijn. Tot slot wil ik zicht op de omvang van mogelijk illegale handel. De daling van het aantal gebruikers van deze zware pijnstillers is bemoedigend. Er is al veel werk verzet, maar we zijn er nog niet. Nu gaan we verder doorpakken.”

De minister benadrukt dat het belangrijk is dat er geen wantrouwen tegenover deze geneesmiddelen mag ontstaan. Opioïde pijstillers zijn namelijk van groot belang voor patiënten met zware pijnklachten, bijvoorbeeld na een operatie.

De acties van de taakgroep zijn gericht op een aantal belangrijke thema’s.

Vergroten bewustzijn en kennis

Voorschrijvers en patiënten hebben aangegeven behoefte te hebben aan goede informatie. Daarom is vanaf vandaag de website www.opiaten.nl in de lucht. De website biedt tegenwicht aan informatie uit onbekende of onbetrouwbare bron. Ook is er voor patiënten – laagdrempelig en in begrijpelijk taal – voorlichtingsmateriaal ontwikkeld. Voor zorgverleners zijn er e-learnings samengesteld.

Aanscherpen van standaarden en richtlijnen

Zorgverleners hebben afspraken gemaakt over het aanscherpen van richtlijnen. Ze zijn aan de slag gegaan met belangrijke aandachtspunten en kijken kritisch naar herhaalrecepten, ontslagmedicatie na ziekenhuisopname en verantwoord afbouwen. Ook komt er in 2020 een afbouwprotocol voor een groep patiënten in de verslavingszorg. Verder zijn apotheken extra alert op vervalste recepten.

Tegengaan van illegale handel

Minister Bruins maakt zich zorgen over de signalen over mogelijk illegale handel in opioïden en de gevolgen op het problematisch gebruik. Om grip te krijgen op deze ‘zwarte markt’ zal de minister een aparte groep van de taakgroep instellen met in ieder geval vertegenwoordigers van de Inspectie, Openbaar Ministerie en de politie. Deze groep informeert de minister over de omvang in de illegale handel in opioïde pijnstillers in Nederland en geeft advies hoe deze het best te ontmoedigen en te bestrijden.

Vergroten van (wetenschappelijke) kennis

Om het kennisniveau over het gebruik van opioïden en de gevolgen daarvan te verhogen heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een subsidie toegekend aan een project waarin de universiteiten van Utrecht, Leiden en Nijmegen de komende vijf jaar nauw gaan samenwerken met tal van experts in het hele land.

Sommige patiënten lopen bij langdurig gebruik een hoog verslavingsrisico. Om vast te kunnen stellen om welke patiënten het gaat, kunnen voorspellende tests waardevol zijn. Hiermee kan problematisch gebruik in de toekomst worden voorkomen. De taakgroep is hierover in gesprek met het Erasmus MC over het doen van onderzoek.

Taakgroep

De taakgroep opioïden staat onder leiding van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM). De volgende partijen nemen deel aan de groep: NHG, KNMP, NVZA, NVA, VVGN en Patiëntenfederatie Nederland.

Stevig staan met stotteren, Wereldstotterdag 22 oktober 2019

Dit jaar staat Wereldstotterdag in het teken van het grote belang van ‘open zijn’ over je stotteren.

Praten over stotteren kan je enorm helpen om steviger te staan met je stotteren; openheid geeft kracht! We willen kinderen van 8 tot 14 jaar, hun ouders en leerkrachten wijzen op het positieve effect van het houden van een spreekbeurt over stotteren. De medeleerlingen weten meestal niet zoveel over stotteren en vinden het vaak heel interessant om er iets over te horen. Materiaal voor een spreekbeurt en alle informatie over stotteren is te vinden op www.stotteren.nl.

Om het thema voor het voetlicht te brengen is een nieuwe brochure gemaakt en een poster.

We zijn er heel blij mee dat het jeugdprogramma Klokhuis op 22 oktober aandacht besteedt aan stotteren.

De kracht van open zijn over je stotteren geldt natuurlijk ook voor volwassenen.  Dit jaar heeft de patiëntenvereniging Demosthenes Boomerangkaarten laten maken met de slogan: “Het is altijd weer een verassing wat je te vertellen hebt”. Deze kaarten worden verspreid in publieke ruimtes en zijn bedoeld om gesprekken tussen mensen uit te lokken.

Voor stottertherapeuten en belangstellenden wordt er op 22 oktober in het Erasmus MC te Rotterdam een vakinhoudelijk symposium over stotteren georganiseerd ter gelegenheid van het     25-jarig jubileum van Dr. Marie Christine Franken, klinisch linguïst-logopedist-stottertherapeut. Zij verricht veel onderzoek naar de oorzaak van stotteren en het effect van behandeling. Vorig jaar in juli 2018 ontving zij hiervoor de Knowlegde Development & Innovation Award van de IFA (International Fluency Association) tijdens het 9e World Congress of Fluency Disorders in Hiroshima.

Demosthenes organiseert een meeting voor leden en geïnteresseerden op 26 oktober, aanmelden via voorzitter@demosthenes.nl. Meer informatie volgt op www.demosthenes.nl.

Als laatste zal er rond Wereldstotterdag een mobiele app worden gelanceerd.

DSW Zorgverzekeraar maakt traditioneel als eerste de zorgpremie bekend

In 2020 bedraagt de premie van de basisverzekering voor DSW-verzekerden € 118 per maand. Dit betekent een premiestijging van € 6 per maand. De premie van DSW ligt daarmee net onder de verwachting in de Miljoenennota. De premiestijging wordt veroorzaakt door de groei van de zorgkosten en doordat DSW minder ruimte heeft om reserves in te zetten dan vorig jaar.

Toename van de zorgkosten
De belangrijkste redenen voor de groei van de zorgkosten zijn de oplopende loon- en prijsstijgingen en een toenemend gebruik van dure, vaak innovatieve, specialistische geneesmiddelen. Deze toename is zelfs sterker dan door het Ministerie van VWS wordt verwacht.

Minder ruimte om reserves in te zetten
In 2020 kan DSW per premiebetaler vanuit de reserves een bedrag van € 24 op jaarbasis inzetten om de premiestijging te beperken. Dit is € 34 minder dan in 2019 en verklaart bijna € 3 van de premiestijging per maand.

Eigen risico voor DSW-verzekerden blijft € 375
Het eigen risico blijft voor DSW-verzekerden gehandhaafd op € 375 en blijft daarmee € 10 lager dan wettelijk is vastgelegd. De bedoeling van het eigen risico is dat het een remmende werking heeft op onnodige zorg. De hoogte van het eigen risico is ruim voorbij het niveau waarbij hiervan nog echt sprake is. Door een lager eigen risico te hanteren, wil DSW duidelijk maken voorstander te zijn van een eerlijkere verdeling van zorgkosten tussen chronisch zieke en gezonde mensen.