Afgelopen vrijdag ontving de eerste patiënt in Nederland zijn klikrobotarm. Deze robotarm wordt door een nieuwe techniek direct aan het bot vastgeklikt. Uniek is dat de patiënt de nieuwe prothese met zijn eigen gedachten kan aansturen. Wereldwijd zijn er maar een handjevol patiënten met zo’n prothese.
In april 2010 verloor Johan Baggerman zijn arm tijdens een ernstig ongeluk. Zeven jaar later is hij een van de eerste patiënten ter wereld met een klikrobotarm. Bij een klikrobotarm wordt de armprothese direct aan het bot van de armstomp bevestigd. De patiënt ‘klikt’ zijn prothese via een opening in de huid vast aan een metalen pen in het bot. Doordat de prothese direct vast zit aan het skelet is er geen prothesekoker meer nodig. Hierdoor zakt de prothese niet af, ontstaan er geen huidproblemen en is aan- en uittrekken heel eenvoudig. De methode werd al langer toegepast voor het been en is nu voor het eerst in Nederland toegepast voor de arm. Het grootste verschil met de beenklikprotheses is dat de nieuwe armprothese met de zenuwen van de patiënt kan communiceren waardoor de patiënt met zijn gedachten zijn prothese kan aansturen.
Bewegingsvrijheid
Chirurg Jan Paul Frölke en revalidatiearts Henk van de Meent introduceerden de klikprothese in Nederland. Sinds 2009 passen ze de techniek toe bij mensen met een beenamputatie. Vanaf nu is het dus ook voor patiënten met een armamputatie mogelijk een klikprothese te krijgen. Henk van de Meent: “Alle bewegingen kunnen met de schouder gemaakt worden. Patiënten krijgen hierdoor zeer veel bewegingsvrijheid. Een ander voordeel is dat de klikprothese snel en eenvoudig wordt vastgemaakt.” Omdat het om zo’n nieuwe innovatie gaat, is de prothese nog niet op grote schaal beschikbaar en zijn er nog geen afspraken met de zorgverzekeraars gemaakt. Per patiënt wordt gekeken of hij/zij in aanmerking komt.
Operaties
Voor een armklikprothese zijn drie operaties nodig. Tijdens de eerste operatie brengt de chirurg een metalen pin aan in de mergholte van het bot. De buitenkant van deze pin heeft een ruw oppervlak. Deze ruwe kant wordt door het bestaande bot herkend en geaccepteerd, waardoor de pin maximaal kan ingroeien en verankeren. Zes tot acht weken hierna vindt de tweede (kortdurende) ingreep plaats. De chirurg maakt een gaatje in de huid en schroeft een verbindingspin in de eerder aangebrachte pin. Deze verbindingspin steekt een stukje naar buiten zodat de prothese hieraan vastgeklikt kan worden.
De derde operatie is de zo genoemde Targeted Muscle Reinnervation (TMR) operatie door een gespecialiseerd plastisch chirurg. De zenuwen die voor de amputatie de hand- en onderarmspieren aanstuurden, worden daarbij heel nauwkeurig vastgehecht op delen van spieren van de bovenarmstomp. Door het bevestigen van de zenuw in de spier, functioneert de spier als een versterker van het zenuwsignaal.
Spieren sturen met gedachten
Na de operaties volgt een revalidatieperiode waarbij de patiënt leert om met zijn gedachten de spieren in de bovenarm te laten samentrekken. Als de patiënt in gedachten zijn hand opent en sluit, trekken de spieren in de bovenarm samen. De spieractiviteit in de bovenarm wordt gemeten door elektrodes die als een soort armband om de bovenarm komen te liggen: de Myoband genoemd. Zodra de zenuw voldoende is ingegroeid in de spier, is het spiersignaal sterk genoeg om te worden opgevangen door de sensor in de Myoband en kan de computer van de robotarm via Bluetooth worden aangestuurd. Hierdoor vindt er beweging plaatsvindt.
De revalidatieperiode na de TMR is voor de patiënt zeer intensief. Elke dag moet de patiënt in gedachten een oefenhand “trainen”. Op het moment dat de echte robotarm wordt aangesloten, is dit trainen een stuk makkelijker omdat de beweging van de hand in gedachten meteen wordt uitgevoerd door de robotarm. De intuïtieve koppeling tussen brein en robotarm geeft de patiënt het gevoel controle te hebben alsof hij weer een arm heeft. Maar ook nadat de robotarm is aangesloten, volgt een intensieve revalidatieperiode waarin de patiënt moet wennen aan zijn nieuwe arm.
Tijdlijn
28 april 2010: Vrachtwagenchauffeur Johan Baggerman raakt betrokken bij een ernstig vrachtwagengeval. Zijn arm raakt bekneld en moet uiteindelijk geamputeerd worden door traumaheliarts Michiel Vaneker.
21 oktober 2013: Operatie 1 door chirurg Jan Paul Frölke: de metalen pin wordt in het bot gebracht.
13 januari 2014: Operatie 2 door chirurg Jan Paul Frölke: de verbindingspin wordt aan de eerste pin vastgemaakt.
8 april 2016: TMR operatie door plastisch chirurg Erik Walbeehm: de zenuwen worden vastgemaakt aan de spieren in de bovenarm.
2016: Start trainen met de oefenarm onder begeleiding van revalidatiearts Henk van de Meent. De patiënt leert om met zijn gedachten de spieren in de bovenarm te laten samentrekken.
21 april 2017: Johan Baggerman krijgt als eerste patiënt in Nederland een klikrobotarm en start met het laatste deel van zijn revalidatietraject.