Per 1 maart 2016 wordt het geneesmiddel nivolumab voor longkanker vergoed via het basispakket. Minister Edith Schippers (VWS) heeft dat vandaag besloten. Na een periode van intensieve onderhandelingen met de fabrikant heeft zij overeenstemming bereikt over een veel lagere prijsstelling dan aanvankelijk het geval zou zijn. De prijsafspraak geldt voor longkanker, huidkanker (melanoom) en de indicaties die de komende 4 jaar te verwachten zijn.
Nivolumab kwam in de zomer van 2015 ook beschikbaar voor de behandeling van longkanker. Vanwege de mogelijk zeer hoge kosten van dit geneesmiddel bij de toepassing van longkanker, plaatste Schippers het middel in een zogenaamde ‘sluis’ buiten het basispakket om zo eerst een lagere prijs uit te kunnen onderhandelen. Tijdens deze sluisperiode heeft de fabrikant het middel gratis beschikbaar gesteld aan patiënten en artsen.
De prijsonderhandelingen hebben ertoe geleid dat de totale zorguitgaven aan nivolumab veel lager zullen uitvallen dan aanvankelijk het geval zou zijn. Deze verlaging van de kosten heeft betrekking op de uitgaven aan melanoom, longkanker, maar ook op andere (toekomstige) bewezen effectieve indicaties voor behandeling met nivolumab. De afspraak met het bedrijf bestaat uit een bescheiden openbare prijsverlaging en een forse vertrouwelijke kostenreductie, die oploopt naarmate de uitgaven toenemen. Onderdeel van de prijsafspraak met de leverancier is dat over de inhoud door beide partijen geen verdere uitspraken kunnen worden gedaan.
Naast de door Schippers uitonderhandelde prijsverlaging van nivolumab, heeft de beroepsgroep van longartsen op haar beurt toegezegd dat zij zich gaat inzetten voor gepast gebruik van het geneesmiddel. Dit gaat gebeuren door een geprotocolleerde toepassing via (door de beroepsgroep bepaalde) expertisebehandelcentra, door het registreren van behandeluitkomsten en door onderzoek naar een meer effectieve en doelmatige inzet van het middel.
In december vorig jaar oordeelde het Zorginstituut Nederland dat nivolumab weliswaar bewezen effectief is bij de behandeling van longkanker, maar stelde ook dat er sprake was van een zeer ongunstige kosteneffectiviteit (134.000 euro per gewonnen levensjaar in goede kwaliteit). Het Zorginstituut adviseerde het middel daarom niet op te nemen in het pakket, tenzij de prijs via onderhandelingen verlaagd zou kunnen worden, zodat de kosteneffectiviteit verbetert en de impact op het totale zorgbudget (ingeschat werd dat deze zou kunnen oplopen tot ruim 200 miljoen per jaar) aanzienlijk wordt verlaagd.
Schippers stelt dat zij het advies van het Zorginstituut heeft gerespecteerd bij haar besluit. Zij is blij met het bereikte resultaat en tevreden over de maatregelen die de artsen nemen voor het gepast gebruik. “Het is heel goed nieuws voor de patiënten die aan deze afschuwelijke ziekte lijden, dit biedt hen meer perspectief in hun strijd tegen kanker”.