UMCG maakt afgekeurde donorlever geschikt voor transplantatie

Voor het eerst in Nederland heeft een patiënt een donorlever getransplanteerd gekregen, die voor transplantatie was afgekeurd en is geoptimaliseerd in een perfusiemachine. De patiënt maakt het uitstekend. ​

De transplantatie maakt deel uit van een proef, waarbij donorlevers die bij binnenkomst een te slechte kwaliteit hebben, eerst worden ‘opgeknapt’ in een perfusiemachine. De donorlever werd eerst met speciale, koude zuurstofrijke vloeistof gespoeld en daarna geleidelijk opgewarmd naar 37 graden, waardoor deze weer ging functioneren. De kleur en zuurgraad van de donorlever werden weer normaal en er werd weer gal aangemaakt. Nadat de donorlever zo een aantal uren buiten het lichaam was getest, werd deze succesvol getransplanteerd in de patiënt.

“Dit is fantastisch, omdat we zo het donoraanbod kunnen uitbreiden door meer donorlevers geschikt te maken voor transplantatie”, aldus Robert Porte, levertransplantatiechirurg in het UMCG. “Steeds meer donoren hebben aandoeningen als diabetes en overgewicht, waardoor hun organen van mindere kwaliteit zijn. Toch is het belangrijk dat ook deze organen worden gebruikt voor transplantatie, omdat er nog altijd een groot tekort aan donororganen is.”

​​Nieuwe perfusievloeistof

Donororganen worden gewoonlijk gekoeld op ijs bewaard en vervoerd naar het transplantatiecentrum. Door een donororgaan op te warmen naar 37 graden komt de stofwisseling weer opgang en gaat het weer functioneren zoals in het lichaam, waardoor het mogelijk is de vitaliteit en functie te testen. Dat kan niet bij een ‘koud’ donororgaan omdat de stofwisseling dan nagenoeg stil ligt. Om een donorlever op de perfusiemachine op te warmen en te kunnen testen is in het UMCG een speciale vloeistof ontwikkeld. Hierdoor hoeft er geen donorbloed gebruikt te worden voor het doorspoelen van het donororgaan. Deze vloeistof bevat naast voedingsstoffen een speciaal eiwit dat zuurstof kan vervoeren bij zowel lage temperaturen als bij lichaamstemperatuur. Met het gebruik van deze nieuwe perfusievloeistof heeft het UMCG een wereldprimeur.

​​Perfusiekamer

Het UMCG beschikt sinds 2015 over een zogenoemde ‘Organ Preservation & Resuscitation’-unit. In deze ruimte worden donororganen, zoals levers, longen en nieren, voor transplantatie in perfusiemachines behandeld met zuurstofrijke vloeistof en voedingsstoffen. Met de nieuwe perfusietechnieken kunnen organen niet alleen beter bewaard, maar ook verbeterd en vlak voor de transplantatie getest worden. Dit leidt ertoe dat meer organen geschikt kunnen worden gemaakt voor transplantatie. Eerder transplanteerde het UMCG al succesvol afgekeurde longen die waren geoptimaliseerd in een perfusiemachine.

In Nederland vonden in 2016 159 levertransplantaties plaats. Er zijn meer donoren, maar een aanzienlijk aantal donorlevers worden al bij voorbaat ongeschikt geacht voor transplantatie. Het UMCG verwacht dat met deze nieuwe techniek een deel van die aanvankelijk afgekeurde levers toch geschikt voor transplantatie blijkt te zijn.