Minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil dat afgestudeerde bachelors medisch hulpverlener een zelfstandige bevoegdheid krijgen voor de voorbehouden handelingen binnen het vakgebied waarvoor ze zijn opgeleid. Vooralsnog gaat het om een tijdelijke regeling voor maximaal vijf jaar. Het streven is dat de regeling op 1 juli 2016 ingaat.
Medische ondersteunende zorg
Bachelor medisch hulpverlener is een breed basisberoep met eigen deskundigheid in de zorg. Na afronding van de opleiding voeren deze zorgverleners medisch ondersteunende taken uit binnen de acute zorg, interventie zorg of diagnostiek, waarbij sprake is van voorbehouden handelingen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere: bloedafname, inbrengen of verwijderen van een tube in de luchtpijp om de luchtweg vrij te houden en het geven van injecties. Een gediplomeerd medisch hulpverlener mag deze taken nu ook al uitvoeren maar alleen in opdracht en onder toezicht van bijvoorbeeld een arts-specialist. Door ze tijdelijk een zelfstandige bevoegdheid te geven is die constructie niet meer nodig. Aan het einde van de tijdelijke regeling moet op grond van een evaluatie duidelijk zijn voor welke voorbehouden handelingen het doelmatig en effectief is een definitieve zelfstandige bevoegdheid toe te kennen aan de medisch hulpverlener in de Wet BIG.
Ontwikkeling mogelijk
Het beroep van medisch hulpverlener is in Nederland geïntroduceerd omdat er steeds meer vraag is naar medisch ondersteunende zorg. De brede basisopleiding biedt mogelijkheden om zich na de opleiding ook op andere onderdelen verder te ontwikkelen en werkzaam te zijn. Dat sluit aan bij de ambitie om breder op te leiden in de zorg zodat afgestudeerden flexibeler inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt en meer mogelijkheden hebben door te groeien.