In 2014 is 1,8 procent meer aan zorg uitgegeven dan het jaar ervoor. Vooral de uitgaven aan huisartsenpraktijken en welzijn en maatschappelijke diensten stegen, die aan geneesmiddelen bleven stabiel. Het aandeel van de uitgaven aan gezondheidszorg in het bruto binnenlands product (bbp) was in 2012 vrijwel gelijk aan dat in België, Frankrijk en Duitsland. Dat heeft CBS vandaag bekendgemaakt.
Per persoon 5 630 euro aan zorg uitgegeven
In 2014 zijn de uitgaven aan zorg (gezondheids- en welzijnszorg) met 1,8 procent gestegen tot een bedrag van 95 miljard euro. Dat komt neer op 5 630 euro per hoofd van de bevolking, 79 euro meer dan in 2013. Daarmee zet de na 2008 ingezette trend van afvlakkende groei van de zorguitgaven in 2014 door.
Uitgaven aan huisartsenpraktijken relatief sterk gestegen
Aan huisartsenpraktijken is bijna 6 procent meer uitgegeven. Dat komt deels doordat geld beschikbaar is gesteld om te bevorderen dat bepaalde vormen van zorg door huisartsen in plaats van door ziekenhuizen en specialisten worden verleend. Een voorbeeld hiervan is praktijkondersteuning voor de huisarts bij het verlenen van geestelijke gezondheidszorg. Ook zijn de tarieven voor diensten door huisartsen verhoogd.
Uitgaven aan ziekenhuiszorg licht gestegen, aan geneesmiddelen stabiel
De uitgaven aan ziekenhuizen en praktijken van medisch specialisten, ruim een kwart van de totale uitgaven aan zorg, stegen in 2014 met 2,1 procent tot 26,0 miljard euro. In 2012 en 2013 was de jaarlijkse toename nog ongeveer 5 procent per jaar. In 2014 zijn, in tegenstelling tot voorgaande jaren, bijna geen dure geneesmiddelen overgeheveld naar het budget van ziekenhuizen. Dit laatste verklaart mede waarom de uitgaven aan geneesmiddelen via apotheken, na twee jaar van aanzienlijke dalingen, in 2014 zijn gestabiliseerd op 5,2 miljard euro. Daarnaast daalde de gemiddelde prijs van geneesmiddelen minder hard dan in vorige jaren.
Meer uitgegeven aan welzijn en maatschappelijke diensten
De uitgaven aan welzijn en maatschappelijke diensten (kinderopvangcentra, jeugdzorg en overige welzijnszorg) zijn in 2014 met bijna 4 procent gestegen tot 9,8 miljard euro. Deze toename wordt grotendeels verklaard door de groei van de uitgaven aan asielzoekerscentra als gevolg van de sterke toename van het aantal asielzoekers in 2014.
Zorguitgaven vergelijkbaar met België, Duitsland en Frankrijk
De zorguitgaven vormen 14,5 procent van het bbp en dat aandeel is sinds 2012 stabiel. Om dit aandeel te kunnen vergelijken met andere landen wordt een internationale definitie van uitgaven aan gezondheidszorg gebruikt. Daarin zijn onder meer de uitgaven op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, forse delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), en welzijn en maatschappelijke diensten niet inbegrepen. Volgens deze definitie maakten de uitgaven aan gezondheidszorg in 2012 zowel in Nederland als in België, Duitsland en Frankrijk 11 procent van het bbp uit. In de Verenigde Staten was het met 16 procent duidelijk hoger, in het Verenigd Koninkrijk met 9 procent lager.